Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2170/GB, 14 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2170/GB

Betreft: [klager] datum: 14 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen dan wel de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1 afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 23 september 2013 gedetineerd. Hij verblijft sinds 13 januari 2014 in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Zijn vriendin is momenteel woonachtig in Groningen en zal zich binnenkort vestigen in Assen. Haar totale reistijd bedraagt thans 7 à 8 uur wanneer zij klager bezoekt in de locatie De Schie.
Daarbij
komt dat zij moet rondkomen van € 70,= per week terwijl de totale reiskosten voor een bezoek aan klager € 40,= bedragen. Klagers twee oudste stiefkinderen komen thans niet meer op bezoek en klager is daardoor de laatste tijd erg agressief. Hij vreest
dat dit binnenkort escaleert en hij wil dit graag voorkomen. Zijn stiefkinderen hebben het eveneens zwaar met de huidige situatie. Zo hebben er zich al meerdere incidenten voorgedaan op school en één van zijn stiefkinderen is momenteel onder
behandeling
van een kinderpsycholoog. De stelling van de selectiefunctionaris dat klager nog een lopend hoger beroep heeft, is onjuist. Klager heeft nog wel een lopende strafzaak in cassatie. Als deze wordt toegewezen, dient het hoger beroep in Leeuwarden. Het is
juist dat klager zelf om overplaatsing naar de locatie De Schie heeft verzocht. Zijn vriendin zou aanvankelijk verhuizen naar Rotterdam, maar dit is niet doorgegaan en nu zal zij binnenkort verhuizen naar Assen. Klager wil zich na detentie tevens
vestigen in Assen. Hij wil tijdens en na detentie ook contact onderhouden met verschillende instanties in die regio zoals de Reclassering en de Sociale Dienst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klagers overplaatsing naar de locatie De Schie geschiedde op klagers eigen verzoek. Ook nu er sprake is van bezoekproblematiek blijft klager bezoek van zijn
vriendin ontvangen. Gelet op het feit dat dat zijn overplaatsingsverzoek d.d. 18 juni 2014 een herhaald verzoek om overplaatsing is waarin thans sprake is van een lopend beroep bij de beroepscommissie, heeft de selectiefunctionaris het verzoek tot
overplaatsing afgewezen. De selectiefunctionaris verzoekt klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie heeft bij uitspraak van 23 juni 2014 met nummer 14/1081/GB het beroep gericht tegen de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen ongegrond verklaard,
omdat klager destijds nog geen zes maanden in de locatie De Schie verbleef en omdat er nog onvoldoende duidelijkheid was omtrent de nieuwe woonplaats van klagers vriendin. De selectiefunctionaris heeft bij beslissing van 19 juni 2014 (thans in beroep
aan de orde) opnieuw het verzoek tot overplaatsing naar een inrichting in de nabijheid van de woonplaats van zijn vriendin afgewezen.

4.2. Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) worden gedetineerden die zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging
geplaatst tenzij een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Pbw zich daartegen verzet. Indien in het arrondissement geen gevangenis is aangewezen, dan wel geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is,
dan wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. Ten aanzien van plaatsing in een gevangenis wordt een volgorde gehanteerd, waarbij gedetineerden die verblijven in het plusprogramma, voorrang krijgen boven
gedetineerden die verblijven in het basisprogramma.

4.3. Het regionaliseringbeleid als bedoeld in artikel 25, zevende lid, van de Regeling is van toepassing. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf en dient gelet op voormeld artikel 25, zevende lid, van de Regeling in beginsel in een gevangenis
te worden geplaatst in het arrondissement van vestiging. Door de selectiefunctionaris is onvoldoende toegelicht waarom een dergelijke plaatsing niet mogelijk is nu klager thans ruim zes maanden in de locatie De Schie verblijft en er voldoende
duidelijkheid is omtrent de nieuwe woonplaats van klagers vriendin. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie is van oordeel dat de nieuwe beslissing in ieder geval dient in te houden een overplaatsing van klager naar de gevangenis van de locatie
Norgerhaven dan wel de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 14 augustus 2014

secretaris voorzitter

Naar boven