Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0482/TA, 13 augustus 2014, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/482/TA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 februari 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juli 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord klagers raadsman mr. J.J. Weldam.

Klager heeft schriftelijk meegedeeld dat hij niet aanwezig wenst te zijn bij de behandeling van zijn beroep.

Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk meegedeeld verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de schending van klagers privacy door vermelding van klager betreffende gegevens in de ochtendbulletins van 12 augustus 2013 en 29 augustus 2013.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Iedere ochtend krijgen verpleegden en personeel het ochtendbulletin te zien. Voorgehouden wordt dat het beklag van 4 september 2013 ten aanzien van het ochtendbulletin van 12 augustus 2013 te laat is ingediend. Dit komt nu pas in beroep aan de orde.
Betwist wordt dat deze ochtendbulletins beperkt worden verspreid. Bezwaar wordt gemaakt tegen de verspreiding van de ochtendbulletins aan medeverpleegden. Hierdoor wordt klagers privacy geschonden. Als sprake is van een beklag in verband met verdenking
voor wat betreft bijvoorbeeld het gebruik van drugs dan wordt dit vermeld in het ochtendbulletin, terwijl het de vraag is of de verdenking juist is. Raadsman en klager hebben niet eerder meegemaakt dat dergelijke privacy gevoelige gegevens worden
verstrekt aan medeverpleegden. Medeverpleegden kunnen allerlei foute conclusies verbinden aan de mededelingen in de ochtendbulletins en dit kan tot allerlei problemen leiden. Hierdoor kan juist een onveilige situatie ontstaan in de inrichting. Spanning
kan hierdoor vergroot worden. Het betreft een schending van klagers privacy. Als de inrichting meent dat die schending op basis van de veiligheid in de inrichting gerechtvaardigd is, is dit niet juist. Dit zou niet anders zijn als alleen initialen
zouden worden vermeld. Ook dan weet iedere verpleegde wie het betreft. Anonieme vermelding zou beter zijn. Vraag is of klager ochtendbulletins naar zijn raadsman mag versturen. De inrichting hanteert het standpunt dat een verpleegde alles moet
melden/alles moet aangeven. Dit is een pijnpunt. Klager wil geen verrader zijn en dit is in zijn cultuur ook niet denkbaar.
De raadsman heeft de beroepscommissie een ochtendbulletin van 9 juli 2014 getoond en heeft verklaard dat hij de ochtendbulletins van 12 en 29 augustus 2013 niet bij zich heeft en dat deze ook niet bij zijn stukken zijn gevoegd.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Gepersisteerd wordt bij het standpunt als ingenomen tegenover de beklagrechter. Daaraan wordt toegevoegd dat in het ochtendbulletin de
voor medeverpleegden en medewerkers van belang zijnde gebeurtenissen worden vermeld. Dit is in het belang van de veiligheid en passend in de behandelvisie waarbij de eigen verantwoordelijkheid van verpleegden voor de orde en de veiligheid een
belangrijke factor is. Het ochtendbulletin is voor intern gebruik en wordt binnen de inrichting beperkt verspreid Verpleegden en personeel mogen de ochtendbulletins niet buiten de inrichting brengen.

De voorzitter verzoekt de raadsman om de ochtendbulletins van 12 augustus 2013 en 29 augustus 2013 aan de beroepscommissie te verstrekken.

De raadsman heeft geantwoord dat het niet op de weg van klager en/of zijn raadsman ligt om deze ochtendbulletins aan de beroepscommissie over te leggen, maar dat hij zal trachten deze bulletins toe te sturen aan de beroepscommissie.

Op het secretariaat van de Raad is op 23 juli 2014 een brief van de raadsman ontvangen waarin hij meedeelt dat het hoofd van de inrichting de ochtendbulletins niet aan hem wenst te verstrekken.

Op 24 juli 2014 is door het secretariaat van de Raad telefonisch contact opgenomen met de vertegenwoordiger van het hoofd van de inrichting en verzocht om de ochtendbulletins van 12 augustus 2013 en 29 augustus 2013 aan de beroepscommissie te
verstrekken. Geantwoord is dat op dit verzoek vóór 11 augustus 2014 zal worden beslist.

Op 28 juli 2014 zijn de ochtendbulletins van 12 augustus 2013 en 29 augustus 2013 op het secretariaat van de Raad ontvangen. Een afschrift van de ochtendbulletins is toegestuurd aan klager en zijn raadsman.

3. De beoordeling
Voor zover het beklag betrekking heeft op het ochtendbulletin van 12 augustus 2013 kan de beroepscommissie klager niet in het beklag ontvangen nu klager het beklag dat gedateerd is op 4 september 2013, gelet op de in artikel 58, vijfde lid, van de Bvt
vermelde termijn, te laat heeft ingediend.

Voor wat betreft het ochtendbulletin van 29 augustus 2014 overweegt de beroepscommissie dat in dit ochtendbulletin wordt beschreven dat klagers urinecontrole van 24 augustus 2013 positief bleek te zijn op cannabis en dat klager naar de herstelkamer is
gebracht. Klager is met naam en toenaam vermeld.
Door klager is gesteld en dit is door het hoofd van de inrichting erkend dat dit ochtendbulletin is verspreid onder medeverpleegden.
De beroepscommissie is van oordeel dat het verspreiden van deze gegevens onder medeverpleegden een inbreuk op klagers privacy vormt.
Door het hoofd van de inrichting is aangevoerd dat de meldingen in het ochtendbulletin worden gedaan in verband met het behandelklimaat in de inrichting en de orde en de veiligheid in de inrichting.
De beroepscommissie is van oordeel dat het door de inrichting gegeven argument dat betrekking heeft op het behandelklimaat in de inrichting niet nader is onderbouwd en de inbreuk op klagers privacy niet kan rechtvaardigen. Een wettige grond hiervoor
ontbreekt. Door de inrichting zijn overigens ook geen argumenten aangevoerd die de noodzaak van een inbreuk op het recht op privacy als vermeld in artikel 8, tweede lid, EVRM zouden kunnen rechtvaardigen. De beroepscommissie sluit niet uit dat het
verspreiden van dergelijke gegevens onder medeverpleegden zelfs een negatief effect zou kunnen hebben op de orde en de veiligheid in de inrichting. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de beslissing van de beklagrechter zal worden vernietigd en het
beklag zal gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht ter zake een tegemoetkoming van € 25,= op zijn plaats.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt voor wat betreft het ochtendbulletin van 12 augustus 2014 de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in dit onderdeel van het beklag.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft het ochtendbulletin van 29 augustus 2014 gegrond, vernietigt ook op dit punt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt de aan klager toekomende
tegemoetkoming op € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
mr. J.M.L. Niederer en prof. Dr. P.H. van der Laan, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 augustus 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven