nummer: 13/4206/GA
betreft: [klager] datum: 23 juni 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 13 december 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Leeuwarden,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 13 mei 2014, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, alsmede [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Leeuwarden, en [...], juridisch medewerker bij de p.i. Leeuwarden.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager toestemming te geven voor de invoer van een X-box 1.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een eerder beroep van klager met betrekking tot de invoer van deze X-box in de p.i. Hoogeveen is gegrond verklaard. Nu wordt zijn beklag ongegrond verklaard omdat de directeur van de p.i. Leeuwarden wel onderzoek heeft verricht naar technische
mogelijkheden van de X-box. Het probleem blijkt de opslagcapaciteit van 8 GB te zijn.
Klager stelt dat hij zonder harde schijf/geheugen nooit een spel kan spelen/opslaan. De directeur zou dan ook de harde schijf van een tv moeten verbieden. Klager stelt dat er geen sprake is van een internetaansluiting maar wel van een
ethernetaansluiting (telefoon) waar hij geen gebruik van kan maken. Het lijkt alsof elke gevangenis zijn eigen regels bepaalt.
De plaatsvervangend vestigingsdirecteur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt ter zitting nader toegelicht.
Hierbij is aangevoerd dat uit onderzoek door een beveiligingsfunctionaris is gebleken dat de X-box is uitgerust met een harde schijf met een opslagcapaciteit van 8 GB, een dvd-speler en een internetaansluiting. Het is ondoenlijk een harde schijf van
deze omvang te controleren op niet-toegestane bestanden. Daarbij worden er op korte termijn geprepareerde X-boxen 360 aangeboden aan de gedetineerden.
3. De beoordeling
Klager heeft eerder, tijdens zijn verblijf in de p.i. Hoogeveen, beklag en beroep ingesteld tegen de weigering hem toestemming te verlenen zijn X-box in te voeren. Bij uitspraak van 11 oktober 2013, kenmerk 13/1878/GA, heeft de beroepscommissie het
beroep gegrond verklaard. Hetgeen toen is overwogen wordt als ingelast beschouwd.
Klager stelde al eerder dat zijn X-box niet is uitgerust met een dvd-filmafspeelset. De beroepscommissie heeft in meerdere uitspraken (onder andere in haar uitspraak van 15 november 2011 met nummer 11/1806/GA) bepaald dat dergelijke X-boxen niet als
film- en videoapparatuur kunnen worden aangemerkt. De directeur heeft in beklag andere feiten naar voren gebracht, maar dit niet onderbouwd met een rapport van- bijvoorbeeld - de veiligheidsfunctionaris. Onder deze omstandigheden acht de
beroepscommissie het onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers X-box moet worden aangemerkt als film- en videoapparatuur.
Voorts heeft klager gesteld dat hij met zijn X-box niet op internet kan, omdat zijn X-box geen USB-poort heeft, maar alleen een poort voor een telefoonaansluiting. Ook hierop wordt zonder nadere onderbouwing aangegeven dat uit onderzoek zou zijn
gebleken dat er wel een internetaansluiting op klagers X-box zit. De beroepscommissie gaat daarom uit van de juistheid van klagers stelling. Gelet hierop acht zij het onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers X-box moet worden aangemerkt als zend-
en
communicatieapparatuur.
Gezien het vorenstaande dient de weigering klager toestemming te verlenen voor de invoer van zijn X-box als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt.. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie
vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet, nu de gevolgen van de bestreden beslissing weliswaar ongedaan te maken zijn maar klager ongemak heeft ondervonden van die beslissing, aanleiding klager een tegemoetkoming toe
te kennen. Zij zal de hoogte daarvan vaststellen op € 20,= .
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming van € 20,= toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. M.A.G. Rutten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 juni 2014.
secretaris voorzitter