Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2516/GB, 28 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2516/GB

Betreft: [klager] datum: 28 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.F.M. den Hollander, namens
[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 juli 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 augustus 2014 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den Ijssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 1 juli 2014 is klager opgeroepen zich op 1 augustus 2014 te melden in de p.i. Krimpen aan den Ijssel voor het ondergaan van dertien dagen gevangenisstraf. Op 8 juli 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 14 juli 2014
ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft op 16 juni 2014 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd getekend bij een nieuwe werkgever en klager heeft nog niet voldoende vakantiedagen opgebouwd om die thans te kunnen opnemen. Indien klager zich zou moeten melden zal hij zijn baan
kwijtraken. Bij brief van 22 juli 2014 heeft klagers werkgever [...] bericht dat klager in dienst is genomen tijdens de vakantieperiode in het transportbedrijf. Indien klager in de maand augustus dertien dagen moet laten verzaken zal het contract
worden
opgezegd. De bestreden beslissing is disproportioneel. Het is van groot belang dat klager zijn werk kan behouden. Klager erkent de noodzaak van tenuitvoerlegging en hij wil graag de meldingsdatum verschuiven naar oktober 2014. Dan kan hij met zijn
werkgever regelen dat hij dertien dagen niet komt om zijn straf uit te zitten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft willens en wetens het risico genomen om te belanden in de situatie waarin hij zich thans bevindt. Hij heeft op 16 juni 2014 een arbeidsovereenkomst getekend in de wetenschap dat hij nog dertien dagen detentie diende te ondergaan. Het had
in de rede gelegen om eerder met de selectiefunctionaris in contact te treden om deze situatie te voorkomen en te verzoeken om een eerdere tenuitvoerlegging van zijn detentie. Het is prijzenswaardig wanneer men op zoek gaat naar een baan, maar er dient
echter wel vooraf rekening te worden gehouden met de consequenties. De beslissing is niet disproportioneel. De gevolgen van een vrijheidsstraf komen voor rekening en risico van een veroordeelde.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Krimpen aan den Ijssel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3 Op 2 juni 2014 heeft klager schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden voor het ondergaan van de gevangenisstraf. Klager heeft vervolgens op 16 juni 20145 een arbeidsovereenkomst getekend bij [...]. Bij de
stukken is gevoegd een brief van klagers werkgever van 22 juli 2014 waarin is aangegeven dat het bedrijf zeer tevreden is over klagers gedrag en inzet. De executie van de straf valt echter precies in de drukste periode van het jaar en indien klager in
de maand augustus dertien dagen afwezig is zal het contract worden opgezegd. Namens klager is verzocht de oproepdatum te verschuiven naar oktober 2014.
De beroepscommissie is van oordeel dat het belang van klager om zijn baan bij [...] te behouden zwaarder dient te wegen dan het belang de aan klager opgelegde gevangenisstraf op korte termijn ten uitvoer te leggen. Daarbij is aanmerking genomen dat het
om een relatief korte straf gaat en het verzoek om uitstel een korte periode betreft.
De beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven