Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0440/TA, 14/0442/TA, 14/0443/TA en 14/0444/TA, 30 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 14/440/TA, 14/442/TA, 14/443/TA en 14/444/TA

betreft: [klager] datum: 30 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen vier uitspraken van 31 januari 2014 van de beklagcommissie c.q. de alleensprekende beklagrechter bij de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juli 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.H.J. van Rhijn.
Het hoofd van de inrichting heeft meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie/beklagrechter
Het beklag betreft:
14/440/TA:
a. de wijze van tenuitvoerlegging van nachtelijke controles;
14/442/TA:
b. een ordemaatregel van afzondering ingaande 30 november 2013,
tenuitvoergelegd in de herstelkamer en vanaf 1 december 2013 in de eigen verblijfsruimte, en beëindigd 6 december 2013;
c. terugplaatsing naar de eerste fase;
d. toezicht op telefoneren ingaande 1 december 2013;
14/443/TA:
e. het ontbreken van een matras, radio en tv tijdens het verblijf in de herstelkamer en het niet kunnen luchten op 30 november 2013 en 1 december 2013;
f. toezicht op telefoneren en bezoek ingaande 1 december 2013;
g. de beschadiging van een zonnebril bij kamercontrole op 1 december 2013;
14/444/TA:
h. het schijnen met een zaklamp bij nachtelijke controles en
i. de schending van klagers privacy door vermeldingen over klager in het ochtendbulletin.
De beklagrechter heeft op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven klager ten aanzien van het beklag vermeld onder a., e. (geen matras, tv en radio), f. (toezicht op telefoneren) en h. niet-ontvankelijk verklaard in het beklag en het
beklag vermeld onder b., d., f. (toezicht op bezoek), g. en i. ongegrond verklaard. Het beklag vermeld onder c. is op formele gronden gegrond en op materiële gronden ongegrond verklaard. Het beklag vermeld onder e. (niet luchten op 30 november 2013 en
1
december 2013) is gegrond verklaard. Ter zake is (nog) geen tegemoetkoming toegekend.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie/beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
A. en h.:
Per nacht wordt klager viermaal tot zesmaal gecontroleerd. Dit vindt niet bij iedereen plaats. Als hij ligt te slapen, wordt er op de deur geklopt. Er wordt met een zaklamp naar binnen/in zijn gezicht geschenen. Klagers ritme is hierdoor danig
verstoord. Hij wordt er heel onrustig door. Dit gebeurt iedere nacht en valt onder de categorie pesterijen. Hij is in 2012 vanuit FPC Oostvaarderskliniek overgeplaatst naar de Van der Hoeven Kliniek.
B.:
Op 30 november 2013 was al duidelijk dat niet klager, maar dat zijn vader had gebeld met de juwelier. Klagers vader had dat die dag al doorgegeven aan de inrichting. Zijn vader is een oudere man. Zijn vader is onrespectvol behandeld door de inrichting.
Op een later moment heeft klager staan roken onder een rookmelder. Hij is niet boos geworden. Hij belde met zijn vrouw en zij is boos geworden. Dit staat ook vermeld in de overgelegde verklaring van zijn vrouw van 13 juli 2014.
Hij heeft om verhuisdozen gevraagd omdat die weg waren. Zijn situatie was op dat moment niet uitzichtloos.
C.:
Ten aanzien van de formele gegrondverklaring is ten onrechte nog geen tegemoetkoming toegekend.
Klager heeft netjes meegewerkt aan controle. Door de terugplaatsing in fase 1 kon hij niet verder met zijn traject. De ruis was op dat moment al weg. De terugplaatsing heeft geduurd vanaf 6 december 2013 tot kerst 2013.
d.:
Alle telefoongesprekken moesten op de intercom worden begeleid. Dit heeft
geduurd tot 13 of 14 december 2013.
e.:
Ten onrechte is nog geen tegemoetkoming toegekend voor het niet kunnen luchten.
F.:
Volgens de inrichting is er niets onderzocht. Klager heeft geen bevredigend antwoord gekregen op zijn vraag naar wat er nog onderzocht moest worden. De bedreiging, waarvan sprake zou zijn, hield geen verband met zijn bezoek. In verband met het toezicht
op het bezoek is het bezoek afgezegd. Het beklag gaat ook over de beperking van bezoek. Normaal heeft hij in het weekend van 14.00 uur tot 17.00 uur bezoek en nu mocht hij maar een uur bezoek ontvangen. Zijn vrouw komt uit Vlaardingen en komt op bezoek
met een klein kind. Zij is zwanger.
G.:
Klager is tevreden over de reparatie van de zonnebril en trekt het beklag in
i.:
Het beklag van 5 december 2013 betreft het ochtendbulletin van 2 december 2013. Dit ochtendbulletin is overgelegd. Beschuldigingen worden niet gerectificeerd. Het was heel snel duidelijk dat niet klager maar zijn vader met de juwelier heeft
gebeld. Er is sprake van schending van klagers privacy. De ochtendbulletins worden door de hele inrichting verspreid. De informatie, die over klager is vermeld, gaat andere verpleegden niet aan. Zeker als niet duidelijk is of die informatie klopt. Dit
veroorzaakt ruis binnen de inrichting. In de middagbulletins wordt nog meer uitgebreide informatie verstrekt. Hij heeft er geen problemen mee als de informatie wordt verstrekt aan het personeel, maar andere verpleegden hebben hier niets mee te maken.
Naar aanleiding van de vraag of het beter zou zijn om in de ochtendbulletins alleen initialen te vermelden, antwoordt klager dat de ochtendbulletins liefst helemaal niet worden verspreid, maar alles is beter dan hoe het nu gaat. Verpleegden die met
verlof gaan, nemen de bulletins mee naar huis.
Onlangs heeft klagers raadsman een gesprek gehad met de inrichting. Klager heeft een nieuw hoofd begeleiding. Het aantal pesterijen neemt toe. In goed overleg is getracht om klagers klachten op te lossen. Vraag is of de situatie houdbaar is. Het gaat
niet goed met klager in de inrichting. De raadsman heeft contact gehad met het hoofd van de inrichting over overplaatsing van klager. Een overplaatsingsverzoek naar FPC De Kijvelanden is afgewezen, omdat daar slachtoffers in de buurt zouden wonen. Het
doet klagers vader heel veel verdriet dat klager al zo lang tbs is opgelegd.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. Gepersisteerd wordt bij het standpunt als ingenomen tegenover de beklagrechter/beklagcommissie. Daaraan wordt wat betreft
14/442/TA toegevoegd dat de inrichting klager niet beschuldigt. Een melding van bedreiging moet vanzelfsprekend serieus worden genomen en onderzocht. De maatregelen die in dat kader zijn genomen waren noodzakelijk. Ten aanzien van 14/444/TA wordt
opgemerkt dat het hoofd van de inrichting het zeer kwalijk vindt dat klager kennelijk het ochtendbulletin, een intern informatiemedium, aan zijn familie heeft gegeven. Het ochtendbulletin is voor intern gebruik en wordt binnen de inrichting beperkt
verspreid. Verpleegden en medewerkers mogen de ochtendbulletins niet buiten de inrichting brengen.

Door het secretariaat van de Raad is bij vier andere tbs-inrichtingen geïnformeerd of in die inrichtingen ochtendbulletins worden verspreid over medeverpleegden. Dit bleek niet het geval te zijn.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a. en h.:
De beroepscommissie is van oordeel dat het beklag niet is gericht tegen (een) beslissing(en) waartegen beklag kan worden ingediend. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep op deze punten ongegrond verklaren.
Overigens volgt uit de stukken - er is geen vertegenwoordiger namens het hoofd van de inrichting ter zitting verschenen om hierover nadere informatie te geven - geen concrete informatie waaruit de noodzaak zou blijken om klager vier of meer keer per
nacht te controleren, terwijl het gebruikelijke aantal nachtelijke controles niet kon worden opgehelderd.

Met betrekking tot b.:
Klager is in afzondering geplaatst omdat hij een juwelier telefonisch bedreigd zou hebben. Vervolgens heeft klagers vader telefonisch contact met de inrichting opgenomen en meegedeeld dat hij en niet klager het telefoongesprek met de juwelier heeft
gevoerd. De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het feit dat klager vervolgens voor het afgaan van een brandalarm heeft gezorgd, boos is geworden en met het vragen om verhuisdozen en vragen naar het maximum bedrag dat hij mocht opnemen een
oninschatbare indruk maakte, de beslissing om hem de desbetreffende ordemaatregel op te leggen en te laten voortduren tot 6 december 2013 niet als onredelijk, onbillijk of disproportioneel kan worden aangemerkt.
De beroepscommissie zal op dit punt het beroep ongegrond verklaren. Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat de inrichting klager beter en tijdig had kunnen informeren over de resultaten van het onderzoek dat zij heeft ingesteld naar de
bedreiging van de juwelier.

Met betrekking tot c.:
Naar het oordeel van de beroepscommissie betreft terugplaatsing naar de eerste fase geen voor beklag vatbare beslissing. Zij zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

Met betrekking tot e.:
Wat betreft het tweemaal niet kunnen luchten acht de beroepscommissie het beroep gegrond en zal zij klager een tegemoetkoming van in totaal € 20,= toekennen.

Met betrekking tot f. (beperking duur bezoek):
Ten aanzien van dit onderdeel van het beklag is door de beklagcommissie nog geen beslissing genomen. De beroepscommissie zal om proceseconomische reden het beklag op dit punt zelf afdoen. Naar het oordeel van de beroepscommissie volgt uit de huisregels
geen recht op een drie uur durend bezoek en is de beslissing om klager die in afzondering verbleef een uur bezoek aan te bieden niet in strijd met artikel 38, eerste lid, van de Bvt en kan die beslissing ook niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Zij zal derhalve het beklag op dit punt alsnog ongegrond verklaren.

Met betrekking tot g.:
Nu klager dit beklag heeft ingetrokken, behoeft ter zake geen beslissing meer te worden genomen.

Met betrekking tot i.:
In het ochtendbulletin van 2 december 2013, waarop het beklag betrekking heeft, wordt een incident beschreven op grond waarvan klager een ordemaatregel is opgelegd en zijn kamer is doorzocht. Klager is met naam en toenaam vermeld.
Door klager is gesteld en dit is door het hoofd van de inrichting erkend dat dit ochtendbulletin is verspreid onder medeverpleegden.
De beroepscommissie is van oordeel dat het verspreiden van deze gegevens onder medeverpleegden een inbreuk op klagers privacy vormt. Tegenover de beklagcommissie heeft het hoofd van de inrichting aangevoerd dat de meldingen in het ochtendbulletin
worden
gedaan omdat in de inrichting maximale openheid wordt verwacht en dat verpleegden door die maximale openheid ook veel vrijheden hebben. De beroepscommissie is van oordeel dat het door de inrichting gegeven argument dat betrekking heeft op het
behandelklimaat in de inrichting niet nader is onderbouwd en de inbreuk op klagers privacy niet kan rechtvaardigen. Een wettige grond hiervoor ontbreekt. Door de inrichting zijn overigens ook geen argumenten aangevoerd die de noodzaak van een inbreuk
op
het recht op privacy als vermeld in artikel 8, tweede lid, EVRM zouden kunnen rechtvaardigen. De beroepscommissie sluit niet uit dat het verspreiden van dergelijke gegevens onder medeverpleegden zelfs een negatief effect zou kunnen hebben op de
veiligheid in de inrichting. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de beslissing van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht ter zake een tegemoetkoming van € 25,= op zijn
plaats.

Hetgeen in beroep ten aanzien van d., e. (geen matras, tv en radio) en f. (toezicht op telefoneren en bezoek) is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep
zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a., b., d., e. (geen matras, tv en radio), f. (toezicht op telefoneren en bezoek) en h. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter/beklagcommissie met ten aanzien van .a, b. en h.
wijziging van de gronden. Ten aanzien van f. (beperking duur bezoek) verklaart zij het beklag alsnog ongegrond.
Zij vernietigt ten aanzien van c. de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Ten aanzien van e. en i. verklaart zij het beroep gegrond, vernietigt zij in zoverre de uitspraken van de beklagcommissie en verklaart het beklag onder i. alsnog gegrond. Zij kent klager ten aanzien van e. een tegemoetkoming toe van € 20,= en ten
aanzien van i. een tegemoetkoming van € 25,= toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
mr. J.M.L. Niederer en prof. Dr. P.H. van der Laan, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 30 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven