Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0987/GA, 25 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/987/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 maart 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het openen van geprivilegieerde post op 10 februari 2014, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat de inhoud van geprivilegieerde post alleen voor klager bestemd is en fouten in de postkamer absoluut niet getolereerd kunnen worden. Klager acht een tegemoetkoming van €
80,= op zijn plaats om de postkamer te doen inzien dat er zorgvuldiger dient te worden omgegaan met het openen van poststukken.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Post afkomstig van geprivilegieerde contacten wordt, conform de procedure postbehandeling, niet geopend door de postkamer. Wanneer dergelijke post per abuis toch wordt geopend, wordt deze nooit gelezen
door de postkamer.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming niet bedoeld is als straf of waarschuwing voor de directeur of diens medewerkers. Een tegemoetkoming dient in beginsel ter compensatie van door klager geleden ongemak. In dat kader bezien, kan de
beroepscommissie zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming.

Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit de mr. J.A.M. Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris, op 25 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven