Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1363/GA, 14 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1363/GA

betreft: [klager] datum: 15 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Shaaban, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 april 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. M. Shaaban, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van drie dagen wegens geluidsoverlast.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft zich niet op een dusdanige wijze gedragen dat de opgelegde maatregel gerechtvaardigd is. Bij oplegging van de maatregel is geen rekening
gehouden met de persoonlijke omstandigheden en de psychische gesteldheid van klager, die op de extra-zorg-afdeling verblijft. Op grond van artikel 24, zesde lid, van de Pbw dienen bij de beslissing tot de maatregel de arts en de commissie van toezicht
in kennis te worden gesteld, hetgeen niet gebeurd lijkt te zijn.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager op 20 maart 2014 om 20:15 uur als gevolg van door hem veroorzaakte geluidsoverlast op grond van artikel 24, vierde lid, van de Pbw in afzondering is geplaatst. De volgende ochtend heeft de directeur klager om
10:00 uur gehoord waarna deze heeft beslist op grond van artikel 24, tweede lid, van de Pbw een ordemaatregel van drie dagen afzondering op te leggen. De directeur heeft volgens eigen zeggen hierover een arts geraadpleegd.
Namens klager is aangevoerd dat niet lijkt te zijn voldaan aan het vereiste zoals neergelegd in artikel 24, zesde lid, van de Pbw. In dit artikellid is bepaald dat de directeur er zorg voor draagt dat, ingeval de afzondering langer dan 24 uren duurt en
ten uitvoer wordt gelegd in een afzonderingscel, de commissie van toezicht en de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger terstond hiervan in kennis worden gesteld.
De beroepscommissie ziet geen aanleiding te twijfelen aan de mededeling van de directeur dat een arts is geraadpleegd. Dat de commissie van toezicht niet tijdig in kennis zou zijn gesteld van de maatregel, is eerst in beroep aangevoerd en als gevolg
daarvan niet aan het oordeel van de beroepscommissie onderworpen. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat bij de plaatsing in afzondering en het opleggen van de ordemaatregel de wettelijke regels – voor zover aan het oordeel van de beroepscommissie
onderworpen – zijn nageleefd.
De beroepscommissie is ten slotte van oordeel dat het personeel van de locatie en de directeur naar aanleiding van het gedrag van klager in redelijkheid ertoe hebben kunnen beslissen hem in afzondering te plaatsen. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Eijk, secretaris, op 15 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven