Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1741/GV, 14 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1741/GV

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M.F. Aarts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 mei 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In het vonnis van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 3 september 2012 is een contactverbod tussen klager en zijn kinderen uitgesproken. De laatste zin van het vonnis luidt echter: “Indien contact in het belang van de kinderen is, kan er contact
plaatsvinden tussen de veroordeelde en zijn kinderen, mits dit onder begeleiding is en met overeenkomende instemming tussen de gezinsvoogd en de toezichthouder.” In het dossier is te lezen dat het voor de kinderen van belang is dat er contactherstel
tussen hen en klager plaatsvindt. Voor kinderen die misbruikt zijn door een ouder is het van essentieel belang in de verwerking van een dergelijk trauma dat de ouder die een kind in deze situatie heeft gebracht dit kind erkent in de problematiek. De
Waag heeft de kinderen op 21 mei 2014 voorbereid op het eerste contact, welk eerste contact was gepland op 28 mei 2014. Het contact zou gaan plaatsvinden onder strikte begeleiding van De Waag. Doelstelling van het contact is de mogelijkheden van de
kinderen, met name van [...], te vergroten en te komen tot verwerking van haar gevoelens omtrent het misbruik dat heeft plaatsgevonden
Gezien het voorgaande is de aanvraag van De Waag niet in strijd met eerdergenoemd vonnis. Het feit dat de Reclassering talmt in de contacten mag de belangen van de kinderen niet doorkruisen op de wijze als dit thans is geschied. De Waag heeft
uitsluitend de intentie de kinderen te begeleiden bij het verwerkingsproces. Ten onrechte adviseert de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam negatief vanwege een hoog recidiverisico en de kans op letselschade. De kans op letselschade is
vergroot door het verzoek van De Waag af te wijzen, nu de kinderen zijn voorbereid op het contact, dat niet heeft kunnen plaatsvinden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het OM heeft negatief geadviseerd. In het vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch is opgenomen dat klager gedurende de proeftijd op geen enkele wijze contact zal opnemen met zijn dochters, zo lang de Reclassering dit noodzakelijk acht. Volgens het OM
is alleen contact mogelijk met instemming van de Reclassering, in het belang van het kind, onder begeleiding en overeenkomende toestemming tussen gezinsvoogd en toezichthouder.
In het selectieadvies van de locatie Rotterdam wordt gesteld dat het recidiverisico en het risico op onttrekken aan voorwaarden als hoog wordt ingeschat.
Nu klager tijdens zijn detentie al behandeld wordt, is het thans aangewezen de Reclassering om advies te vragen over het contact van klager met zijn kinderen. Aangezien dit contact onder deskundige begeleiding zal geschieden en in De Waag zal
plaatsvinden, zijn de risico’s op recidive, onttrekken aan voorwaarden en de kans op letselschade in te perken.
De locatie De Schie heeft inmiddels de Reclassering verzocht om te adviseren ten aanzien van een begeleid bezoek. Gelet op eerdergenoemd vonnis is toestemming van de Reclassering noodzakelijk voor het verlenen van een begeleid incidenteel verlof.

Op klagers verzoek om incidenteel verlof zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie De Schie heeft negatief geadviseerd, nu de Reclassering niet op de hoogte is van dit verzoek.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te ‘s-Hertogenbosch heeft negatief geadviseerd wegens risico voor een ongestoord verlof als gevolg van ernstige spanningen in de woon- of leefsfeer van de te bezoeken persoon en het risico van
ongewenste confrontatie met slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij het door klager gepleegd misdrijf. De aanvraag is in strijd met het vonnis van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch van 3 september 2012. De rechtbank heeft klager een
contactverbod
met zijn dochter opgelegd. Slechts met instemming van de Reclassering kan volgens dit vonnis van dit contactverbod worden afgeweken. Uit de aanvraag blijkt niet dat het voorliggende verzoek (contact tussen vader en kind/dader en slachtoffer) de
instemming van de Reclassering heeft.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar, wegens het met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het
seksueel
binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd.

Uit het advies vrijheden van 20 mei 2014 van de locatie De Schie blijkt dat door de inrichting contact zal worden gezocht met de Reclassering om te bezien of bezoek tussen klager en zijn gezin, waaronder het slachtoffer, op een later stadium alsnog
geregeld kan worden.
Het OM heeft aangegeven dat een nieuwe aanvraag moet worden ingediend met aanvulling van een document waaruit de instemming van de Reclassering blijkt. In het geval er geen instemming van de Reclassering is, merkt het OM op dat het niet aan De Waag is
om rechterlijke vonnissen naast zich neer te leggen.

De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft bij vonnis van 3 september 2012 aan klager een contactverbod opgelegd inhoudende dat hij gedurende de proeftijd op geen enkele wijze, directe of indirect contact zal opnemen, zoeken of hebben met zijn beide dochters,
zolang de Reclassering dit noodzakelijk acht. Indien contact in het belang van de kinderen is, kan er contact plaatsvinden tussen klager en zijn kinderen, mits dit onder begeleiding is en met overeenkomende instemming tussen de gezinsvoogd en de
toezichthouder. In het selectieadvies wordt gesteld dat het bureau Jeugdzorg heeft gevraagd of De Waag het bezoek met klagers kinderen kan begeleiden.
De beroepscommissie is van oordeel dat het door de rechtbank opgelegde contactverbod en het feit dat de Reclassering niet om advies is gevraagd een afwijzing van klagers verzoek voor incidenteel verlof rechtvaardigen. Voorts blijkt niet uit het dossier
dat de gezinsvoogd en de toezichthouder hebben ingestemd met een contact tussen klager en zijn kinderen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter
mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven