Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1980/GB, 14 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1980/GB

Betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn dan wel de gevangenis van de locatie Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 september 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Hij stelt dat een bepaald recidiverisico niet van belang is bij een horizontale overplaatsing. Hij heeft het programma Kiezen voor Verandering gevolgd en aan klager is in het kader van DBT de
kleurcode groen toegewezen. Zowel de inrichting zelf alsmede de inrichtingspsycholoog ondersteunen het overplaatsingsverzoek van klager. Hij wil zich na detentie vestigen in Den Haag. Daarnaast wordt klager in het Rijnland Ziekenhuis locatie Leiderdorp
behandeld. Ook vanuit die optiek is, gegeven de beperkte reisafstand na overplaatsing, de door klager gewenste overplaatsing aangewezen. Hij stelt dat er sprake is van een verstoorde werkrelatie vanwege het negatieve advies van TR in het kader van het
door klager verzochte algemeen verlof.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris stelt dat het aan klager zelf te wijten is dat hij het idee heeft tegengewerkt te worden in de locatie De Schie. Er is een gebrek aan
vertrouwen dat hij met aan hem verleende vrijheden om zou kunnen gaan en zich zou kunnen houden aan gemaakte afspraken. Dit gebrek aan vertrouwen is gelegen in het feit dat klager ten tijde van een penitentiair programma een delict heeft gepleegd. In
een eventuele nieuwe inrichting zal ook rekening worden gehouden met het verleden van klager, waardoor mogelijk dezelfde situatie zal ontstaan. Wanneer klager zal worden overgeplaatst naar een andere inrichting zal men daar enige tijd in acht nemen
alvorens de inrichting een eventueel voorstel tot verlof of detentiefasering zal doen. Aangeraden wordt een gesprek aan te gaan met TR omtrent zijn gevoel door hen tegengewerkt te worden. Ook vanuit de huidige inrichting kan, indien nodig, een bezoek
aan het ziekenhuis gerealiseerd worden.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) worden gedetineerden die zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging
geplaatst tenzij een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de wet zich daartegen verzet. Indien in het arrondissement geen gevangenis is aangewezen, dan wel geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is,
dan wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. Ten aanzien van plaatsing in een gevangenis wordt een volgorde gehanteerd, waarbij gedetineerden die verblijven in het plusprogramma, voorrang krijgen boven
gedetineerden die verblijven in het basisprogramma.

4.2. Het regionaliseringbeleid als bedoeld in artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden is van toepassing. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf en dient gelet op voormeld artikel 25,
zevende lid, van de Regeling in beginsel in een gevangenis te worden geplaatst in het arrondissement van vestiging. Door de selectiefunctionaris is onvoldoende toegelicht waarom een dergelijke plaatsing niet mogelijk is. Nu het verzoek een
overplaatsing
betreft naar een gesloten inrichting zonder regimair verlof, kan een eventueel recidiverisico geen doorslaggevende rol spelen. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De
selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst hiervan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak en binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 14 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven