Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2282/GB, 9 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/2282/GB

Betreft: [klager] datum: 9 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 juni 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 10 juli 2014 te melden in de locatie Tafelbergweg te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 5 juni 2014 is klager opgeroepen zich op 10 juli 2014 te melden in de locatie Tafelbergweg voor het ondergaan van 14 dagen gevangenisstraf. Op 9 juni 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 25 juni 2014 ongegrond is
verklaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wordt op 16 juli 2014 geopereerd aan zijn knie. Klager is zelfstandig ondernemer en in deze moeilijke tijd is het voor klager belangrijk om nog tot de operatie te kunnen blijven werken. Door
gedeeltelijk tijdens de bouwvakantie te revalideren kan hij de bedrijfsmatige schade beperken. Wanneer klager zich op 10 juli moet melden, moet zijn operatie uitgesteld worden tot na de bouwvakantie die begint op 26 juli 2014. Dat betekent dat hij twee
maanden thuis zit zonder inkomen. Klager wil in een inrichting in zijn eigen regio verblijven. Klager is 22 juli 2014 jarig en vindt het merkwaardig dat hij uitgerekend tijdens zijn verjaardag gedetineerd moet zijn. Klagers dochter heeft op 14 juli
2014
haar afscheidsmusical van de basisschool waar hij bij aanwezig wil zijn en wenst uitstel van melden tot augustus 2014.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is sinds 24 februari 2014 bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Afgezien van het feit dat klager geen bewijzen heeft overgelegd met betrekking tot de
door
hem aangevoerde gronden, zijn deze gronden geen reden om over te gaan tot het verlenen van uitstel. Klager had in een eerder stadium in contact kunnen treden met de selectiefunctionaris en de mogelijkheid van eerdere tenuitvoerlegging kunnen bespreken.
Het is gezien de capaciteit van de inrichtingen niet mogelijk klager in een inrichting te plaatsen in zijn eigen regio.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Tafelbergweg is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Klager verzoekt om uitstel van de executie van een vrijheidsstraf met als reden dat hij op 16 juli 2014 geopereerd zal worden aan zijn knie en hij zelfstandig ondernemer is en bij een verblijf in detentie geen inkomen heeft. In beroep geeft hij aan ook
tijdens deze detentie jarig te zijn en bij de afscheidsmusical van de basisschool van zijn dochter aanwezig te willen zijn. Die omstandigheden, die feitelijk niet nader zijn onderbouwd, kunnen niet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep. Gelet
daarop kon de selectiefunctionaris in redelijkheid onderhavige beslissing nemen. Klager heeft op 24 februari 2014 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden voor het ondergaan van de gevangenisstraf en was derhalve
reeds vanaf dat moment bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging.
De beroepscommissie is van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op de aankomende detentie.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van
Alff,
secretaris, op 9 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven