Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1326/GB, 8 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1326/GB

Betreft: [klager] datum: 8 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 april 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 november 2013 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de p.i. Alphen aan den Rijn. Op 14 april 2014 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn, waar een regime van beperkte gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht. Ondanks dat hij als voorkeur voor plaatsing de gevangenis van de locatie Zoetermeer heeft opgegeven, is klager geplaatst in de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn. Hier heeft hij veel
problemen met een bewaarder. Hij wenst dan ook te worden overgeplaatst naar een gevangenis van een andere inrichting. Het maakt klager niet uit naar welke inrichting dit zal zijn, zolang hij maar niet in de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn of
van de p.i. Krimpen aan den IJssel hoeft te verblijven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Gezien de wachtlijst kan klager niet in de gevangenis van de locatie Zoetermeer geplaatst worden. In het kader van het optimaal aanwenden van de landelijk beschikbare
celcapaciteit is klager in de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn geplaatst. Er zijn geen stukken waaruit blijkt dat klager problemen heeft met een bewaarder.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Alphen aan den Rijn is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Uit het selectieadvies blijkt niet dat klager heeft aangegeven dat hij, vanwege eerdere problemen met een bewaarder, niet in de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn geplaatst wilde worden. De selectiefunctionaris heeft naar het oordeel
van
de beroepscommissie, gelet op de beschikbare celcapaciteit, in redelijkheid kunnen beslissen tot plaatsing in de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan
ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 8 juli 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven