Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1183/GA, 14/1191/GA, 14/1192/GA, 27 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 14/1183/GA, 14/1191/GA en 14/1192/GA

betreft: [klager] datum: 27 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen drie uitspraken van 27 maart 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager om de beroepen schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de te late uitreiking van de selectiebeslissing aan klager (14/1183/GA);
b. de weigering om klager koffie te verstrekken op 23 februari 2014 (14/1191/GA) en
c. het geen gebruik kunnen maken van 0800-nummers (14/1192/GA).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep schriftelijk gepersisteerd bij het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt en daar het volgende aan toegevoegd.
a. De selectiebeslissing komt digitaal per mail binnen bij het b.s.d. op dezelfde dag dat de beslissing is genomen. Klager heeft zes dagen later de uitgeprinte beslissing in een envelop ontvangen. Hierdoor heeft klager nog een week langer dan de zes
weken die de selectiefunctionaris heeft om te beslissen, moeten wachten op de selectiebeslissing.
b. De medewerker was te belabberd om een kop koffie voor klager te pakken, terwijl hij wist dat gebrek aan cafeïne klagers koppijn veroorzaakte. De directeur is daar verantwoordelijk voor.
c. Dit is in strijd met het beginsel van vrije keuze en heeft niets te maken met veiligheid. De directeur is verantwoordelijk voor de telecomblokkades.

De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd, blijft bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagrechter en heeft daar in beroep het volgende aan toegevoegd.
a. Klager stelt dat het onverwijld uitreiken van de selectiebeslissing hem is geweigerd. Nu klager de brief van de selectiefunctionaris van 20 februari 2014 heeft ontvangen, treft zijn klacht geen doel. Het betreft geen beslissing van de directeur.
b. Het beklag betreft geen beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw en heeft betrekking op het beleid.
c. Het beklag betreft algemeen beleid. Inmiddels is het onderhavige telefoonnummer gecontroleerd en op de ‘white list’ geplaatst.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Het beklag betreft niet de selectiebeslissing van de selectiefunctionaris, maar het tijdstip van uitreiken van die beslissing aan klager, waarvoor de directeur verantwoordelijk kan worden gehouden. Anders dan de beklagrechter is de beroepscommissie
derhalve van oordeel dat het beklag is gericht tegen een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter op dit punt vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag. Door
klager is gesteld en dit is door de directeur niet betwist dat de beslissing zes dagen na ontvangst van de beslissing in de inrichting aan hem is uitgereikt. De beroepscommissie acht die termijn onredelijk lang en zal derhalve het beklag alsnog gegrond
verklaren. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 5,=.
Met betrekking tot b en c:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve op deze punten ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a. gegrond, vernietigt de betreffende uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager in het beklag en verklaart het beklag gegrond. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 5,=.
De beroepscommissie verklaart ten aanzien van b. en c. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 juni 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven