Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 00/0291/GA, 18 augustus 2000, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2000

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dagprogramma  v

Uitspraak

nummer: 00/291/GA

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2000

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 23 februari 2000 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) "Zutphen" te Zutphen,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 februari 2000 van de beklagcommissie bij voornoemde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 mei 2000, gehouden in de p.i. "Nieuw Vosseveld" te Vught, is gehoord [...], locatiedirecteur van de p.i. "Zutphen". Namens klager en nog zeven andere gedetineerden zijn tweemedegedetineerden, de heren [...] en [...] gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft schending van het recht op een dagprogramma van tenminste 88 uren per week.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn standpunt overeenkomstig de ter zitting overgelegde pleitnotitie toegelicht, voorzover in beroep aan de orde; dat betreft het (impliciete) oordeel van de beklagcommissie, dat de tijd bestemd voorhet nuttigen van de maaltijden in de gesloten verblijfsruimte niet tot het dagprogramma kan worden gerekend, als het dagprogramma met het nuttigen van de maaltijden aanvangt of eindigt.
Het dagprogramma ziet er in de p.i. "Zutphen" als volgt uit. Op werkdagen gaan de celdeuren open om 7.30 uur. De gedetineerden worden dan door een personeelslid gewekt en de deuren worden vervolgens weer gesloten. Er is dan tot 7.45uur tijd geprogrammeerd voor het nuttigen van het ontbijt, persoonlijke verzorging en het afnemen van urinecontroles. Om 7.45 uur worden alle celdeuren opnieuw geopend en maken de gedetineerden zich klaar voor het vertrek naar dearbeid of andere activiteiten.
Tijdens het weekend vangt het dagprogramma aan om 9.00 uur en eindigt het om 18.00 uur. De gedetineerden worden dan om 17.30 uur ingesloten voor de avondmaaltijd.

Het oordeel van de beklagcommissie, inhoudende dat de tijd die binnen het bestaande dagprogramma wordt geprogrammeerd voor het nuttigen van de maaltijden niet kan worden aangemerkt als onderdeel van het dagprogramma als hetdagprogramma aanvangt of eindigt met het nuttigen van de maaltijden is echter onjuist, hetgeen uit het navolgende volgt. Uit de Nota van Toelichting bij de PM blijkt dat het nuttigen van de maaltijd deel uitmaakt van hetdagprogramma. Voorts biedt artikel 20, tweede lid, PBW de directeur de mogelijkheid om gedetineerden te verplichten zich tijdens de maaltijden in hun verblijfsruimte op te houden. De Memorie van Toelichting bij die wet vermeldthieromtrent dat niet alle penitentiaire inrichtingen de gebouwelijke mogelijkheid bieden om de maaltijden gemeenschappelijk te gebruiken. In de p.i. "Zutphen" bestaat niet de mogelijkheid om de gedetineerden de maaltijden te latennuttigen in een daartoe aangewezen en ingerichte gemeenschappelijke ruimte, aangezien een dergelijke ruimte niet beschikbaar is of kan worden gemaakt. De directeur heeft dan ook in redelijkheid gebruik kunnen maken van demogelijkheid de gedetineerden te verplichten de maaltijden in de persoonlijke verblijfsruimte te nuttigen.
Gelet op het voorgaande dient de periode die is geprogrammeerd voor het nuttigen van de maaltijden meegerekend te worden bij de duur van het dagprogramma.

Het geldende dagprogramma wordt al sinds jaar en dag op de huidige wijze gevoerd zonder dat hier op- of aanmerkingen op zijn gemaakt. De directie is er dan ook vanuit gegaan dat het aan de te stellen eisen voldeed. Het dagprogrammais ook niet in strijd met de ratio achter artikel 3 PM. Dit artikel is namelijk in de PM opgenomen om te voorkomen dat toekomstige bezuinigingen al te lichtvaardig op de kwaliteit en kwantiteit van het dagprogramma voor degedetineerden zouden worden afgewenteld, maar het huidige dagprogramma geldt al van geruime tijd voor de invoering van de PM, zodat duidelijk moge zijn dat op geen enkele wijze bezuinigingen op de gedetineerden zijn afgewenteld. Hetin de inrichting geldende dagprogramma wordt juist gekenmerkt door een zeer hoge kwaliteit. Er bestaat een zeer ruim aanbod aan activiteiten. Er wordt ruim 53 uren per week aan activiteiten geboden waarin de bezoekuren zelfs nietzijn meegerekend. De gedetineerden kunnen per twee weken drie keer bezoek ontvangen, ieder weekend en tenminste eens per twee weken op een werkdag. Bovendien kunnen gedetineerden die niet kunnen of willen deelnemen aan activiteitenzich vrij op de afdeling bewegen. Dit geldt ook voor gedetineerden die geen bezoek ontvangen.
Indien de beroepscommissie van oordeel is dat het dagprogramma niet aan de kwantitatieve vereisten voldoet, zal dit met zich brengen dat kwantiteit ten koste gaat van kwaliteit, omdat het aantal aangeboden activiteiten dan zalmoeten worden teruggebracht en vervangen zal worden door verblijf op de afdeling.

Namens klager is door [medegedetineerde A] in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Het is niet waar dat er meer dan 52 uren per week aan activiteiten worden geboden. Er worden hooguit 49 uren aan activiteiten geboden.
Ook in andere inrichtingen komt het wel voor dat de gedetineerden tijdens het weekend bezoek mogen ontvangen en dat de gedetineerden niet ingesloten worden als zij niet deelnemen aan activiteiten. Ik wil een dagprogramma van 88 urenper week. Het programma is in de ochtend wel goed, maar tijdens de avond duurt het te kort.

Namens klager is door [medegedetineerde B] in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Ik heb bij het indienen van het beklag alleen maar gekeken of het dagprogramma 88 uren per week duurt en niet hoe het er inhoudelijk uitziet. Het klopt dat de gedetineerden in de p.i. "Zutphen" vaker ingesloten zouden kunnen wordendan nu het geval is. Zo worden we bijvoorbeeld niet ingesloten als we niet deelnemen aan activiteiten. Eigenlijk heb ik er spijt van dat ik beklag heb ingediend, want het dagprogramma is inhoudelijk goed.

3. De beoordeling
Vaststaat dat de celdeuren op werkdagen open gaan om 7.30 uur, dat de gedetineerden dan door een personeelslid worden gewekt en dat de deuren vervolgens worden gesloten. Er is dan tot 7.45 uur tijd geprogrammeerd voor het nuttigenvan het ontbijt, persoonlijke verzorging en het afnemen van urinecontroles. Om 7.45 uur worden alle celdeuren opnieuw geopend en maken de gedetineerden zich klaar voor het vertrek naar de arbeid of andere activiteiten.
Tijdens het weekend vangt het dagprogramma aan om 9.00 uur en eindigt het om 18.00 uur. De gedetineerden worden dan om 17.30 uur ingesloten voor de avondmaaltijd.

Met betrekking tot de aanvang van het dagprogramma overweegt de beroepscommissie als volgt. Het tweede lid van artikel 20 PBW biedt de directeur de mogelijkheid om gedetineerden te verplichten de maaltijden (en dus ook het ontbijtrespectievelijk de avondmaaltijd in het weekend) op de cel te gebruiken. Uitgangspunt van de wet – artikel 20 PBW – is dat in een regime van algehele gemeenschap, zoals in de p.i. "Zutphen", de gedetineerden met uitzondering van dein het derde lid genoemde perioden in gezamenlijkheid verblijven. Het tweede lid van dat artikel vermeldt nog een aantal specifieke uitzonderingsmogelijkheden op vooromschreven uitgangspunt. Zo kunnen de gedetineerden ook wordenverplicht zich in hun verblijfsruimte op te houden tijdens de maaltijden, gedurende bezoektijden voorzover zij geen bezoek ontvangen en gedurende activiteiten waaraan zij niet deelnemen. Op het punt van het de maaltijden op celgebruiken vermeldt de Memorie van Toelichting dat niet alle penitentiaire inrichtingen de gebouwelijke mogelijkheid bieden om de maaltijden gemeenschappelijk te gebruiken. De directeur heeft hieromtrent aangegeven dat in de p. i."Zutphen" niet de mogelijkheid bestaat om de gedetineerden de maaltijden te laten nuttigen in een daartoe aangewezen en ingerichte gemeenschappelijke ruimte aangezien er in de inrichting niet een dergelijke ruimte beschikbaar is ofkan worden gemaakt.
Nu het huidige dagprogramma al geruime tijd – reeds enkele jaren – in deze zelfde vorm in de inrichting geldt, acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat aan het nuttigen van de maaltijden op cel bovengenoemde reden en geenandere reden, zoals bezuinigingen op het personeel, ten grondslag liggen.
De beroepscommissie is in het onderhavige geval, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat de directeur de bevoegdheid tot het verplichten van de gedetineerden om hun ontbijt en de avondmaaltijd in hetweekend op cel te gebruiken in redelijkheid heeft mogen aanwenden en dat het dagprogramma hiermee geen geweld wordt aangedaan.

Het voorgaande brengt mee, dat op het beroep van de directeur als na te melden moet worden beslist.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voorzover in beroep aan de orde en verklaart het beklag in zoverre ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. G.J. te Loo en drs. M.S.H. Ridder-Padt, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 18 augustus 2000.

secretaris voorzitter

Naar boven