Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1016/GB, 23 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1016/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 maart 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 19 november 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de locatie Ooyerhoek te Zutphen.

2.2. Bij uitspraak van 10 april 2014, met nummer ZU 2014-51 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek, is klagers beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen strafcel wegens de uitkomst van een urinecontrole, te
weten: een te laag kreatininegehalte, ongegrond verklaard. Klager heeft beroep ingediend tegen deze uitspraak.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager voldoet aan de eisen gesteld in de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Er is geen althans een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico en zijn strafrestant is minder dan achttien maanden. Hij heeft een aanvaardbaar
verlofadres en hij is gepromoveerd. Hiernaast is geen sprake van de in artikel 3, tweede lid, van de Regeling genoemde gevallen. Klager is niet gedegradeerd. Klager heeft beklag ingediend tegen de in verband met fraude bij een urinecontrole opgelegde
sanctie. Hij heeft geen drugs gebruikt en hij ontkent gefraudeerd te hebben. De oorzaak van het 0.2 te lage kreatininegehalte heeft een andere oorzaak. Het heeft de voorkeur een urinecontrole te verrichten binnen een uur na het opstaan, omdat het
drinken van een kleine hoeveelheid al invloed kan hebben op het kreatininegehalte. Deze controle is pas uitgevoerd om 09.40 uur, terwijl hij om 06.30 uur is opgestaan. Klager heeft geen enkel belang om de urinecontrole te beïnvloeden en de minimale
afwijking van 0.2 duidt ook niet op fraude. Indien klager had willen frauderen door in korte tijd veel water te drinken, zou het kreatininegehalte veel lager zijn geweest. In de Regeling wordt het aannemelijk zijn van fraude ook niet genoemd als grond
om niet voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking te komen. Een eerder opgelegde sanctie in zijn algemeenheid wordt ook niet genoemd als grond voor afwijzing. Dit geldt te meer nu op het beklag nog geen beslissing is genomen en klager naar aanleiding
van de vermeende fraude niet is gedegradeerd.
Klager is altijd rustig op de afdeling en kan met iedereen goed opschieten. In zijn detentiehistorie staat vermeld dat hij zich uitstekend gedraagt, deelneemt aan activiteiten en dat hij, indien nodig, medegedetineerden corrigeert. Als klager naar een
b.b.i. gaat, kan hij iedere maand zijn dochters van zes en tien jaar oud zien. Dat zal hij echt niet op spel zetten. Hij mist zijn kinderen. Hij had al lang in een b.b.i. moeten zitten. Omdat het b.s.d. zijn verlofpapieren is kwijtgeraakt, is het
verlenen van algemeen verlof vertraagd. Het b.s.d. speelt een vies spel met klager.
De arts heeft klager gezegd dat het kreatininegehalte door Seroquel iets lager is, omdat je door de Seroquel erge dorst krijgt.
Klager is meermalen met verlof geweest en heeft telkens aangetoond zich aan de daarvoor geldende regels te kunnen houden. Hij heeft met goed gevolg de leefstijltraining afgerond. Dit bevestigt dat hij geschikt is tot terugkeer in de samenleving. Er
zijn
enkel positieve adviezen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit een urinecontrole is een te laag kreatininegehalte gebleken, te weten: 1.8. Dit duidt op beïnvloeding van de urinecontrole en geldt als frauderen. Op 30 januari 2014 is klager daarvoor een disciplinaire straf opgelegd van vijf dagen opsluiting in
een strafcel. Als gevolg daarvan komt hij voor een periode van zes maanden niet in aanmerking voor een inrichting met regimair verlof. In zijn beklag heeft hij aangegeven dat er medische redenen zijn voor het lage kreatininegehalte. Navraag bij de
medische dienst leerde dat er geen medische indicatie is die van invloed kan zijn op zijn uitslag. Van een eventuele plaatsing in een b.b.i.-regime kan pas sprake zijn wanneer het vertrouwen weer hersteld is en er een aanvraag voor algemeen verlof
gehonoreerd wordt.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant
hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2. Uit een bij klager afgenomen urinecontrole volgde een kreatininegehalte lager dan 2. Een kreatininegehalte lager dan 2 duidt op fraude. Fraude bij een urinecontrole is een strafwaardig feit en wordt gelijkgesteld met gebruik van harddrugs.
Hetgeen namens verzoeker naar voren is gebracht kan niet tot een ander oordeel leiden. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 juni 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven