Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0158/GA, 16 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/158/GA

betreft: [klager] datum: 16 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 januari 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 mei 2014, gehouden in voornoemde p.i., zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman [...]i, en de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van meergenoemde inrichting.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van een tweetal verzoeken, te weten het bezit van een laptop op cel, alsmede internettoegang voor deze laptop.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wenst geen standaard studie of cursus te volgen die goedgekeurd, erkend en gecertificeerd is. Klager wil een eigen samengesteld pakket
van onderdelen uit verschillende studies volgen. Dit met het oog op de verdere ontwikkeling van klagers project. Op dit moment volgt klager drie gecertificeerde cursussen, maar dat staat los van zijn aanvraag en zijn project. Klager ondergaat sinds
tien
jaar een levenslange gevangenisstraf en er heeft zich nimmer iets negatiefs voorgedaan ten aanzien van klager. Klager ziet niet in waarom hij beperkt moet worden in zijn ontwikkeling en bezigheden. De gevraagde laptop kan veilig op cel worden
toegestaan
met de huidige controle- en toezichtmiddelen. Dit hoeft niet per se een laptop met internettoegang te zijn, dat was slechts het tweede verzoek, maar heeft wel de voorkeur van klager. Het verzoek is echter met name gericht op het verstrekken van een
laptop aan klager. Een humane behandeling van gedetineerden betekent ook dat hen geestelijke uitdaging moet worden gegeven. Dit geldt temeer, zo stelt klager, indien sprake is van een levenslange detentie. Persoonlijke ontwikkeling is een van de
redenen
voor klager om ’s ochtends nog op te staan.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het verzoek van klager is opgevat als één verzoek om het toestaan van een laptop in de eigen verblijfsruimte met daarop internettoegang. Klager
heeft daarbij verzocht om toegang tot de website www.google.nl. Dat is een zeer verstrekkend verzoek en gaat veel verder dan hetgeen op de zogenaamde ‘white-list’ is vermeld. Klager volgt op dit moment onderwijs voor zes uur per week. De directeur
verwijst naar twee eerdere zaken van klager die inmiddels definitief beslist zijn waarbij het ging om het feit dat klager (ter ondersteuning van zijn studie) geen gebruik (meer) mocht maken van internet (zaak 12/3132/GA) en de afwijzing van een
aanvraag
van een laptop met e-mailmogelijkheden in verband met studie (zaak 13/204/GA). Beide zaken zijn in het nadeel van klager beslist.
Desgevraagd verklaart de directeur dat ook voor gedetineerden die een levenslange gevangenisstraf opgelegd hebben gekregen een zogenaamd detentie en reïntegratieplan (D&R-plan) wordt opgesteld. In een dergelijk plan ligt de nadruk dan op het verdere
verloop van de detentie en niet op reïntegratie.

3. De beoordeling
In artikel 48, eerste lid, van de Pbw is – voor zover relevant – bepaald dat een gedetineerde het recht heeft op het volgen van onderwijs en het deelnemen aan andere educatieve activiteiten voor zover deze zich verdragen met de aard en de duur van de
detentie en de persoon van de gedetineerde. Deze bepaling impliceert dat de directeur gehouden is tot het maken van een individuele belangenafweging.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de directeur van 27 november 2013 die in de kern niet meer inhoudt dan dat de bestaande mogelijkheden voldoende zijn onvoldoende blijk geeft van een individuele op de persoon van klager betrokken
belangenafweging. Reeds hierom zal zij het beroep van klager gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en de bestreden beslissing van 27 november 2013 vernietigen. De directeur zal opgedragen worden een nieuwe beslissing te
nemen.

De directeur kan bij zijn nieuwe beslissing het volgende kader volgen. Weliswaar kan gezegd worden dat gelet op de aard en inhoud van de door klager verzochte opleiding thans niet zonder meer gebleken is van de noodzaak van een laptop met beperkte
(‘white list’) internettoegang op cel, maar het is de beroepscommissie bekend dat de mogelijkheid tot het verstrekken van een laptop al dan niet met beperkte (white list) internettoegang voor gebruik in de eigen verblijfsruimte thans steeds meer wordt
beproefd. In het verband van die mogelijkheden moet bezien worden of klager ook afgezien van studiedoeleinden kan worden toegestaan te beschikken over een of meer van de door hem verzochte faciliteiten. Het ligt voor de hand dat bij de beslissing
tevens
wordt betrokken dat klager een levenslange gevangenisstraf ondergaat en of en in hoeverre de faciliteiten kunnen worden ingepast in het D&R-plan.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op binnen een maand na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. W.J. Schudel en dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van
mr. T. Nauta, secretaris, op 16 juni 2014

secretaris voorzitter

Naar boven