Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1397/SGA (herziening), 30 april 2014, schorsing
Uitspraakdatum:30-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/1397/SGA (verzoek om herziening)
Betreft : [klager] datum: 30 april 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

de directeur van de locatie De Schie te Rotterdam, verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt herziening van een eerdere beslissing van de voorzitter van 28 april 2014, met kenmerk 14/1397/SGA, gegeven op een verzoek van [klager] om schorsing van een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van 10 dagen,
ingaande op 24 april 2014 om 10.15 en eindigend op 4 mei 2014 om 10.15, wegens een poging tot invoer van een mobiele telefoon.

De voorzitter heeft het verzoek toegewezen op de grond dat het verslag van 23 april 2014, dat geleid heeft tot een disciplinaire straf, niet aan genoemde [...] is aangezegd.

De voorzitter heeft ambtshalve kennis en van de onderliggende stukken.

1. De beoordeling
Aanleiding voor een herziening van een uitspraak van de voorzitter kan (onder meer) in die gevallen waarin sprake is van een kennelijke misslag dan wel in die gevallen waarin de voorzitter is uitgegaan van verkeerde of onvolledige informatie, terwijl
de
juiste informatie hem wel tijdig ter hand was gesteld. Van het een noch van het ander is in dit geval sprake. De directeur heeft bij gelegenheid van de behandeling van het schorsingsverzoek aan de voorzitter informatie verstrekt en die informatie bleek
(achteraf gezien) volgens de directeur onjuist te zijn. Voor zover sprake is van onjuistheid in de verstrekte informatie, komt deze onjuistheid voor rekening van de directeur. De voorzitter merkt daarbij nog op dat ook uit de door de directeur bij zijn
herzieningsverzoek meegezonden mededeling van 24 april 2014 niet blijkt dat aan verzoeker verslag is aangezegd. Er is derhalve geen sprake van feiten of omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven tot een herziening van de eerdere beslissing van
de voorzitter van 28 april 2014. De voorzitter wijst het verzoek daarom af.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek om herziening af.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven