Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/739/GA, 5 juni 2014, beroep
Uitspraakdatum:05-06-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/739/GA

betreft: [klager] datum: 5 juni 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.C. van Bunnik, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 februari 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem-Zuid,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Arnhem-Zuid in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Het Openbaar Ministerie en de reclassering hebben positief geadviseerd. De afwijzing van klagers verzoek om verlof is enkel gebaseerd op een negatief advies van de politie van de gemeente waar klager woonachtig is en een koophuis bezit. Na zijn
detentie
zal hij daar ook weer terugkeren. De politie acht op basis van de aard van het delict een gevaar aanwezig ten aanzien van verlofverlening. Dit is verder niet onderbouwd. Niet is gebleken dat er bekendheid bestaat over het delict in de directe omgeving
van klager.
De afstand tussen de woning van klager en het slachtoffer bedraagt 15 km en het slachtoffer woont in een andere gemeente.

De plaatsvervangend vestigingsdirecteur heeft daarop als volgt geantwoord. Naarmate de einddatum van de detentie nadert dient het belang van klager bij een verlof in verband met de voorbereiding op zijn terugkeer in de samenleving zwaarder te wegen.
Echter in dit geval heeft de directeur het algemeen belang zwaarder laten wegen dan het individuele belang van klager. Dit vanwege het negatieve advies van de politie. Het door klager opgegeven verlofadres is niet ver verwijderd van de woonomgeving van
het slachtoffer. Gelet op de aard van het delict en de algemene bekendheid ervan in klagers directe woonomgeving kan er maatschappelijk onrust ontstaan wanneer het verlof wordt doorgebracht op het gekozen verlofadres.
Overigens is positief beslist op een tweede aanvraag om algemeen verlof met een ander verlofadres.

3. De beoordeling
Niet in geschil is dat naarmate de einddatum van de detentie nadert, het belang van klager bij een verlof in verband met zijn voorbereiding op een terugkeer in de samenleving zwaarder dient te wegen. In het licht van de einddatum in oktober 2014 had de
directeur aan de voorbereiding van de terugkeer van klager in de maatschappij ten tijde van de bestreden beslissing nog geen doorslaggevend gewicht hoeven toe te kennen. Echter, gelet op de positieve adviezen wordt de bestreden beslissing als
onvoldoende onderbouwd aangemerkt. Het enkele, niet nader geconcretiseerde, negatieve advies van de politie maakt dit niet anders. Hierbij is in aanmerking genomen dat de aard van het gepleegde delict op zich aan verlofverlening niet aan de weg staat.
Waarom dat in dit geval wel zo zou zijn is niet gesteld. Daarbij komt dat de kans op slachtofferconfrontatie gering geacht kan worden, nu het slachtoffer weliswaar niet ver van klager woont, maar wel in een andere gemeente woonachtig is en niet gesteld
of gebleken is hoe en waar klager en het slachtoffer mogelijkerwijs met elkaar geconfronteerd zouden kunnen worden. Het recidiverisico wordt door de reclassering laag gemiddeld geacht.
Gelet op vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, het beklag alsnog gegrond verklaren en de beslissing van de directeur van 27 december 2013 vernietigen. De directeur zal worden
opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
Gelet hierop zijn er geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 5 juni 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven