Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0766/GB, 19 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/766/GB

Betreft: [klager] datum: 19 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 10 april 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J.Smit, namens

[...], geboren op [1965], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 november 2001 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Norgerhaven of de gevangenis Esserheem te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 29 februari 2000 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Lelystad. Op 23 oktober 2001 is geselecteerd voor en op 15 november 2001 geplaatst in de gevangenis Lelystad, waar een regime van algehelegemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar en drie maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 5 september 2001. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 28 augustus2003.
Aansluitend zal hij mogelijk opnieuw in hechtenis worden genomen.

3. Ontvankelijkheid
3.1. Op grond van artikel 73, tweede lid, Pbw wordt het beroepschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep indient. Een na afloop van dezetermijn ingediend beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

3.2. De beroepscommissie stelt vast dat klagers raadsman zijn beroepschrift per telefax heeft ingediend gedateerd op 22 november 2001. Deze is eerst, door niet nader vast te stellen oorzaak, op 10 april 2002 op het secretariaat vande Raad ontvangen, derhalve ver na het verstrijken van voornoemde beroepstermijn. De raadsman heeft op 10 april 2002 een fax meegezonden met daarop een afdruk van het faxapparraat van de advocaat, waaruit zou kunnen worden afgeleiddat hij op 22 november 2001 het beroepschrift naar het secretariaat heeft gefaxt.
Klager kan onder deze omstandigheden in zijn beroep worden ontvangen, nu redelijkerwijs niet kan worden vastgesteld dat hij in verzuim is geweest.

4. De standpunten
4.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft van meet af aan aangegeven voorkeur te hebben om in de gevangenis Esserheem of Norgerhaven geplaatst te worden. Dit omdat daar veel gedetineerden van Turkse afkomst verblijven, waardoor hij uit zijn sociaal isolementkan komen. In de tweede plaats omdat hij in die inrichting meteen na binnenkomst bezoek zonder toezicht zou kunnen ontvangen

4.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor de gevangenis Lelystad omwille van de capaciteitsbenutting. Overigens verblijven in alle inrichtingen in Nederland Turks sprekende gedetineerden. De betreffende inrichting kan hier rekening mee houdendoor gedetineerden op bepaalde afdelingen te plaatsen.
Het kunnen ontvangen van bezoek zonder toezicht is geen selectiecriterium.

5. De beoordeling
5.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

5.2. De op de onder 4.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 5.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

6. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 augustus 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven