Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0159/GA, 20 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:20-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/159/GA

betreft: [klager] datum: 20 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 januari 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 april 2014, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. Knoester, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van acht dagen in verband met klagers psychische gesteldheid, waardoor de veiligheid van het personeel en de medegedetineerden in gedrang komt.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht, zakelijk weergegeven:
Op dit moment gaat het goed met klager. Indertijd wilde hij niet spreken met de behandelaars. Klager was toen voornamelijk bezig met het schoonhouden van zichzelf. Het klopt niet dat de medegedetineerden bang voor klager waren. Klager had gewoon weinig
contacten met hen. Klager gebruikt inmiddels medicatie. Hij weet niet of dit helpt. Klagers raadsman heeft klagers medisch dossier ontvangen van de inrichting. Klager stelt zich op standpunt dat er toen de ordemaatregel werd opgelegd, geen situatie was
als bedoeld in de artikelen 23 en 24 van de Pbw. Er is regelmatig verslag gedaan over klager. Opvallend is wel dat er over de vier maanden voor dit voorval geen meldingen in het medisch dossier te vinden zijn. Klager erkent dat hij toen autistische
trekjes vertoonde, hij houdt van structuur en komt afspraken na. Hij houdt niet van ritmeverstoringen. Volgens de behandelend psychiater was er op 29 juli 2013 kennelijk sprake van potentieel ernstig gevaar. Klager zou met behulp van het Interne
Bijstandsteam (IBT) overgebracht moeten worden naar een afzonderingscel. Het afdelingspersoneel gaf toen te kennen dat zij dit niet wenselijk achtten. De vraag is of klagers gedrag toen potentieel zo ernstig gevaarlijk was, dat daardoor de
ordemaatregel
werd gerechtvaardigd. Dat valt niet uit klagers dossier te lezen. Er is inderdaad een keer eerder sprake geweest van een escalatie, die vond plaats in het PPC te Scheveningen. Dat eerdere gedrag kon nu geen reden zijn voor het opleggen van een
ordemaatregel. Klager heeft uiteindelijk medicatie gekregen voor zijn stoornis. Eerder is hem dat nooit aangeboden en dat heeft hij ook nooit geweigerd. Klager is van mening dat er geen sprake was van een concreet gevaar voor zichzelf of anderen en dat
de ordemaatregel daarom niet nodig was. Die ordemaatregel heeft de situatie uiteindelijk op scherp gezet. Klager is van mening dat naar andere middelen gezocht had moeten worden alvorens kon worden overgegaan tot toepassing van de ordemaatregel.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht, zakelijk weergegeven:
Er is geen sprake van een incident geweest waarvoor de ordemaatregel zou zijn opgelegd. Reden daarvoor is dat daarop niet is gewacht. Klager vertoonde overdreven schoonmaakgedrag. Zo liet hij bijvoorbeeld de douche in zijn verblijfsruimte de hele dag
lopen. Andere gedetineerden hielden contacten met hem aftrokken zich terug van hem. Hij wees zelf alle contacten met de behandelaars af. De behandelend psychiater heeft op basis van dat gedrag en naar aanleiding van incidenten in het verleden
geadviseerd hem toen hem te separeren en om daarna een medische dwangbehandeling op te starten. Dat advies van de psychiater zal de directeur aan de beroepscommissie doen toekomen. Klager heeft over langere tijd problematisch gedrag vertoond. Hij was
in
die periode niet goed begeleidbaar. Er is door het personeel een dreiging gevoeld. Op dat moment is toen ook besloten om klager over te plaatsen naar andere afdeling waar hij beter kon worden begeleid..

3. De beoordeling
De directeur heeft het verslag van de behandelend psychiater, welk verslag aanleiding was voor oplegging van onderhavige ordemaatregel, overgelegd aan de beroepscommissie. Een kopie daarvan is ter kennisname aan klager en diens raadsman gezonden. Uit
hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en uit dit verslag wordt voldoende aannemelijk dat er sprake was van een zodanig gevaarzettend aspect in het door klager vertoonde gedrag, dat dit – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – de
oplegging van onderhavige ordemaatregel kon rechtvaardigen. De beroepscommissie weegt daarbij mee dat de directeur, zoals ook kan blijken uit de overplaatsing van klager na ommekomst van de ordemaatregel naar een afdeling waar hem een betere
begeleiding
kon worden geboden, heeft getracht een voor klager zo min mogelijke belastende oplossing te vinden om klagers problematiek beter te kunnen behandelen. Hetgeen in beroep door en namens klager is aangevoerd kan daarom niet leiden tot een ander oordeel
dan
dat van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Waarden, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. H.G. van de Bunt, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 mei 2014

secretaris voorzitter

Naar boven