Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0642/GA, 16 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:16-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/642/GA

betreft: [klager] datum: 16 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 26 februari 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij voornoemde p.i., voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 25,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het aan klager uitbetalen van € 2,44 in plaats van € 3,04 voor elke dag dat klager niet in de gelegenheid is gesteld arbeid te
verrichten, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht. De beroepscommissie heeft in haar uitspraak met kenmerk 10/2397/GA geoordeeld dat de inrichting het verschil moet betalen. Klager heeft volgens hem recht op € 6,=.

Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op het beroep van de directeur.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Bij de bepaling van de tegemoetkoming in een geval als het onderhavige is bepalend het verschil tussen 100% van het basisuurloon waarop de gedetineerde bij deelname aan de
arbeid recht zou hebben gehad en de 80% van het basisuurloon dat de directeur hem bij wijze van loonvervangende uitkering heeft uitbetaald. Per werkdag van vier uren verdient een werkende gedetineerde viermaal het basisuurloon: 4 x €0,76 (€3,04). Aan
klager is uitbetaald 80% van €3,04 te weten €2,44. Het verschil bedraagt €0,60 per dag (€3,04 - €2,44). Uitgaande van 10 werkdagen bedraagt het totale verschil daarmee: 10 x €0,60 = €6,=. Het beroep zal gegrond worden verklaard en de beroepscommissie
zal een lagere tegemoetkoming vaststelling, namelijk € 6,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 6,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Eijk, secretaris, op 16 mei 2014

secretaris voorzitter

Naar boven