Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0603/GB, 4 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/603/GB

Betreft: [klaagster] datum: 4 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.H.H. Meulemeesters, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 4 februari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 10 maart 2014 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Ter Peel te Sevenum ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is op 15 april 2013 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. Op 4 februari 2014 is klaagster opgeroepen zich op 10 maart 2014 te melden in de b.b.i. van de locatie Ter Peel.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
De medische toestand van klaagster is buitengewoon complex. In het kort komt het erop neer dat de nieren van klaagster niet functioneren, als gevolg van suikerziekte, overgewicht en hoge bloeddruk. Het stadium is terminaal wat inhoudt dat er geen
verbetering meer zal optreden. Ten einde haar nieren en bloed te zuiveren wordt zij drie keer per week 4 uur gedialyseerd bij het UMC Utrecht. De dialyse is geen optie, meer een bittere noodzaak om in leven te blijven. Niet gesteld, noch gebleken is
dat
de locatie Ter Peel kan voorzien in de medische verzorging en verpleging die noodzakelijk is. Het detineren van klaagster vormt derhalve een onacceptabel risico.
Uit het overzicht van de consulten bij het UMC vanaf 15 oktober 2013 valt af te leiden dat de klachten de laatste maanden verergerd zijn en dat sprake is van een progressieve niertumor. De belangen die klaagster heeft bij het kunnen voortzetten van
haar
medische behandelingen dienen te prevaleren boven het belang bij de tenuitvoerlegging van haar vonnis.

Namens klaagster wordt verzocht de medisch adviseur onderzoek te laten doen naar klaagsters detentiegeschiktheid.
Klaagster raadsman zal tevens een gratieverzoek indienen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster kan, na melding in de b.b.i. Ter Peel, ten behoeve van de noodzakelijke dialyses bij de directeur een verzoek indienen in het kader van de regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Uit de stukken is niet gebleken van
detentieongeschiktheid op medische gronden. Het feit dat sprake zou zijn van een progressieve niertumor wordt niet ondersteund door de stukken.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Peel is een gevangenis voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klaagster heeft gesteld dat zij wegens haar gezondheidstoestand niet in staat is detentie te ondergaan. Klaagsters raadsman heeft medische stukken van het UMC Utrecht overgelegd waaruit zou blijken dat een detentie van klaagster een
onacceptabel
gezondheidsrisico vormt. Niet gebleken is dat de selectiefunctionaris de Medisch Adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie om advies heeft gevraagd. Dat had in dit geval voor de hand gelegen nu door en namens klaagster (onderbouwd) is
aangegeven dat klaagsters gezondheidstoestand van dien aard is dat dit de mogelijkheid van detentieongeschiktheid niet bij voorbaat uitsluit. Gelet daarop kan de bestreden beslissing, nu deze onvoldoende zorgvuldig is voorbereid, niet in stand blijven.
De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal de selectiefunctionaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen, die (mede) dient te worden genomen nadat de Medisch Adviseur zal hebben geadviseerd
omtrent klaagsters detentie(on)geschiktheid. De beroepscommissie zal tevens bepalen dat aan klaagster uitstel wordt verleend van de verplichting zich te moeten melden voor het ondergaan van de vrijheidsstraf tot het moment dat de selectiefunctionaris
een nieuw beslissing zal hebben genomen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij bepaalt dat klaagster uitstel krijgt voor het zich moeten melden om de vrijheidsstraf te ondergaan tot het moment dat de selectiefunctionaris een nieuwe beslissing heeft genomen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin secretaris, op 4 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven