Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0169/TB, 21 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:21-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/169/TB

betreft: [klager] datum: 21 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Oldenburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 22 januari 2014 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 april 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam
bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Als toehoorder was aanwezig mr. F. Groeneveld, werkzaam bij de Raad.

Ter zitting heeft klagers raadsvrouw pro justitia rapportage overgelegd. Na de zitting zijn deze stukken gezonden aan [...], die in de gelegenheid is gesteld daarop te reageren. De schriftelijke reactie van [...] is ter kennisneming aan klager en zijn
raadsvrouw gezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: De Rooyse Wissel).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 27 oktober 2008 opgenomen in FPC De Kijvelanden. Op 4 februari 2011 is klager geplaatst in FPC Dr. S.
van
Mesdag (hierna: Van Mesdag). Op 24 oktober 2013 heeft de Staatssecretaris Van Mesdag machtiging verleend om aan klager dubbel begeleid verlof te verlenen. Op 17 december 2013 heeft Van Mesdag een verzoek om overplaatsing van klager ingediend bij de
Staatssecretaris, die op 22 januari 2014 heeft beslist klager over te plaatsen naar De Rooyse Wissel. Deze overplaatsing is inmiddels gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De vriendschappelijke relatie van klager met een medepatiënt vormt onvoldoende reden voor overplaatsing van klager. Hij heeft een keer geld gekregen van de medepatiënt, omdat laatstgenoemde geld schuldig was aan klagers zuster. Van Mesdag geeft niet
concreet aan waardoor er geen vertrouwen in klager meer is. Met het oog op zijn behandeling is de gemaakte belangenafweging zwaar in klagers nadeel uitgevallen. Klager is overgeplaatst op een moment dat net de behandeling eindelijk van de grond kwam.
Hij had in Van Mesdag begeleid verlof dat goed is verlopen, maar door de overplaatsing is komen te vervallen. Hij moet in De Rooyse Wissel weer helemaal opnieuw beginnen. Hij verblijft daar nu tien weken, maar hij heeft nog geen gesprekken gehad en
weet
nog steeds niet wie zijn hoofd behandelaar wordt. Klager ontkent zijn delicten volledig. Alleen Van Mesdag beschikt over een therapie voor ontkennende ter beschikking gestelden en kan klager een geschikte behandeling bieden. De Rooyse Wissel kan dat
niet. Klager is gemeld dat die inrichting geen ontkennende dadergroep heeft.
De overplaatsing is niet in klagers belang, nu klagers behandeling daardoor ernstige vertraging zal oplopen. Dit wordt bevestigd in het overgelegde rapport van psychiater S. van 24 januari 2014, waarin wordt gemeld dat een overplaatsing een
verslechtering in klagers medewerking aan behandeling zal meebrengen. In het pro justitia rapport van psycholoog S. van 8 januari 2014 wordt gemeld dat er nog wel mogelijkheden zijn om klagers behandeling in Van Mesdag voort te zetten dan wel hem over
te plaatsen naar een inrichting voor licht verstandelijk beperkte ter beschikking gestelden en dat is De Rooyse Wissel in ieder geval niet. Volgens psycholoog S. is wat betreft behandeling het maximaal haalbare bereikt en zal klager zich bij
overplaatsing hevig verzetten vanwege het wegvallen van het begeleid verlof. Het is dan beter om klager terug te plaatsen in Van Mesdag teneinde de behandeling voort te zetten met uitbreiding van vrijheden. Door de overplaatsing is klager een
plaatsing
in een RIBW afgepakt. Klager moet meewerken aan behandeling in De Rooyse Wissel, maar het is in klager verankerd dat hij niet aan onderzoek wil meedoen. Als De Rooyse Wissel zegt dat klager moet buigen of barsten zal klager in een longstayvoorziening
belanden.
Wellicht is het een optie de behandeling van het beroep aan te houden in afwachting van overleg met Van Mesdag.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Niet overplaatsen van klager zal volgens Van Mesdag grotere schade opleveren dan een overplaatsing. Begeleid verlof vond vanuit Van Mesdag niet in het kader van resocialisatie plaats, maar om input op te doen voor behandeling die volgens Van Mesdag nog
vele jaren zal gaan duren. In eerste instantie was er in klagers behandeling een voorzichtig positieve ontwikkeling, maar die heeft zich niet voortgezet. Door de intensieve betrokkenheid van klager bij een medepatiënt is klagers behandeling ernstig
belemmerd en is het vertrouwen in klager en zijn behandeling afgenomen. Volgens Van Mesdag is deze medepatiënt betrokken bij een middelennetwerk in de inrichting als gevolg waarvan ook klager daarin al langere tijd (in)direct wordt betrokken. Klager
heeft verklaard dat hij zich, zolang hij in Van Mesdag blijft, zal blijven bekommeren om deze patiënt. Door klagers onbetrouwbaarheid en het gebrek aan samenwerking wat betreft de relatie met de medepatiënt is meermalen aan de orde geweest of klagers
verloven nog wel doorgang konden vinden. Ten gevolge van het contact met die medepatiënt heeft klagers behandeling ernstige vertraging opgelopen en zal daar naar alle verwachting ook sprake van blijven.
Aangezien er al sprake was van stagnatie in klagers behandeling, is het in zijn belang om de behandeling in een nieuwe kliniek voort te zetten, hoe lastig dat ook zal zijn. De behandeling in Van Mesdag was gericht op bewerking van delictgerelateerde
factoren van eerdere, wel door klager erkende delicten en kan in De Rooyse Wissel worden vervolgd. Ook De Rooyse Wissel kan ontkennende daders behandeling op maat bieden. Het is wel zaak dat klager in De Rooyse Wissel aan zijn behandeling gaat
meewerken
en ook aan onderzoek om de aard van zijn problematiek vast te stellen. Alleen dan kan een behandeling in De Rooyse Wissel van de grond komen en kans van slagen hebben.
Het summier onderbouwde rapport van psychiater S. noch de pro justitia rapportage van de psycholoog S. en psychiater K geeft aanleiding voor een ander standpunt. De ongunstige wisselwerking tussen klagers behandeling en zijn betrokkenheid bij de
genoemde medepatiënt en de gevolgen daarvan voor de behandelrelatie met klager worden niet meegenomen in de genoemde pro justitia rapportage, terwijl dat juist de reden voor Van Mesdag reden is om overplaatsing aan te vragen. Verder beschikt De Rooyse
Wissel ook over een afdeling voor verstandelijk beperkte patiënten. Vanuit De Rooyse Wissel kan de behandeling, zoals geadviseerd door psycholoog S., zich richten op het geleidelijk in toenemende mate verlenen van vrijheden om te toetsen hoe klager
daarmee omgaat en eventuele problemen daarbij in de behandeling aanpakken.

4. De beoordeling
De beroepscommissie ziet geen aanleiding om de behandeling van het beroep aan te houden voor nader overleg van de Staatssecretaris met Van Mesdag, zoals geopperd door klagers raadsvrouw. Blijkens de door de Staatssecretaris naar aanleiding van de
overgelegde pro justitia rapportage opgevraagde reactie van Van Mesdag is voldoende duidelijk dat Van Mesdag geen vertrouwen meer heeft in voortzetting van klagers behandeling in die inrichting.

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het verzoek van Van Mesdag tot overplaatsing van klager.

Uit de stukken en het behandelde ter zitting komt naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende duidelijk naar voren dat de behandeling van klager in Van Mesdag is gestagneerd vanwege onder meer klagers intensieve betrokkenheid bij een
medepatiënt
en dat Van Mesdag daardoor geen vertrouwen meer heeft in de voortzetting van klagers behandeling in Van Mesdag. Deze inrichting heeft zich in het licht daarvan verscheidene keren afgevraagd of het dubbel begeleide verlof – dat niet in het kader van
resocialisatie werd verleend – nog verleend kon blijven worden, mede omdat klager zich niet altijd aan afspraken heeft gehouden. In het licht daarvan is een voortzetting van klagers behandeling in Van Mesdag niet zinvol te achten en is het in klagers
belang dat hij naar een andere kliniek wordt overgeplaatst om te trachten opnieuw tot een behandeling te komen die mogelijk wel een kans van slagen heeft.
De door klagers raadsvrouw overgelegde rapportages zijn onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, nu daarin niet of onvoldoende wordt ingegaan op de relatie van klager en de bedoelde medepatiënt en de als gevolg daarvan ontstane
stagnatie in klagers behandeling in Van Mesdag.
Namens de Staatssecretaris is verklaard dat De Rooyse Wissel evenals Van Mesdag ontkennende daders zoals klager een behandeling op maat kan bieden. Het is aan klager om ook in De Rooyse Wissel, zoals hij in Van Mesdag heeft gedaan, mee te gaan werken
aan behandeling opdat verlening van begeleid verlof en eventueel uitbreiding van verlof mogelijk kunnen worden. De Rooyse Wissel beschikt voorts over een afdeling voor verstandelijk beperkte patiënten.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar De Rooyse Wissel, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 21 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven