Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0114/GB, 14 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/114/GB

Betreft: [klager] datum: 14 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T.N. Ritzer, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 14 maart 2014 door een lid van de Raad gehoord. Van dat horen is verslag op gemaakt en klagers raadsman is in de gelegenheid gesteld een schriftelijke nadere toelichting te geven. De raadsman heeft op 24
maart 2014 een nadere schriftelijke toelichting aan de beroepscommissie gezonden. Een afschrift van die nadere toelichting is ter kennisneming gezonden aan de selectiefunctionaris.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem (uiteindelijk) over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 oktober 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde (z.b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Van daaruit is hij (als passant ter herselectie) geplaatst in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie
Zwaag/Hoorn, waarna hij op 8 januari 2014 is overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar tot 1 maart 2014 een regime van algehele gemeenschap gold.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager was inderdaad een keer te laat thuis na zijn werk. Hij heeft zich echter wel steeds aan de hem opgelegde meldingsplicht bij de politie gehouden. Hij moest zich iedere vrijdag, zaterdagen zondag op het politiebureau melden. Ook had hij een
avondklok, vanaf 20.00 uur moest hij thuis zijn. Hij is een keer te laat thuis gekomen. Hij had in het buurthuis overgewerkt tot kwart voor acht en heeft vervolgens boodschappen gedaan. Daardoor kwam hij een kwartier te laat thuis. Klager heeft een en
ander met de wijkagent besproken en hem uitgelegd waarom hij te laat was. Daarbij heeft klager aan de agent gevraagd of hij de overtreding niet door de vingers kon zien. Klager heeft de agent niet gevraagd geen melding te maken. Klager wist dat hij een
risico liep door eerst nog boodschappen te gaan doen. Klager is vervolgens, na het verlof, overgeplaatst naar het h.v.b. Zwaag. Hem was door de directeur beloofd dat hij even zou moeten terugkeren naar de locatie Zuyder Bos en dat hij vervolgens weer
terug zou worden geplaatst in Westlinge. Klager wist dat hij zich aan de aan het verlof verbonden voorwaarden moest houden en hij was ook bekend met die voorwaarden. Klager vindt dat hij te zwaar is gestraft voor een lichte overtreding. Klager is nooit
door de selectiefunctionaris gehoord in het kader van deze procedure. Klager verblijft inmiddels in de locatie Zuyder Bos.

In de nadere toelichting van 24 maart 2014 is door en namens klager nogmaals aangegeven dat klager erkent zich niet aan de voorwaarden, verbonden aan zijn verloven, te hebben gehouden, maar zich in het algemeen goed aan de voor hem geldende regels en
gemaakte afspraken heeft gehouden. De terugplaatsing naar de normaal beveiligde inrichting is daarom, temeer nu klager bijna aan een penitentiair programma zou beginnen, disproportioneel.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef sinds 25 oktober 2013 in de z.b.b.i. van de locatie Westlinge. Aan zijn verloven was toen een aantal voorwaarden verbonden, te weten:
- niet verblijven of zich bevinden in de gemeente Beverwijk;
- dagelijkse meldplicht bij de politie Amsterdam;
- dagelijkse avondklok van 20.00 uur tot 07.00 uur;
- contactverbod met medeverdachte.
De laatste voorwaarde is opgeheven sinds de medeverdachte eveneens in Westlinge verbleef. Klagers functioneren binnen de z.b.b.i. was op zich naar behoren. Hij heeft zich evenwel niet gehouden aan de voorwaarden voor het regimair verlof. De politie
heeft drie keer na een weekendverlof gemeld dat klager zich niet heeft gehouden aan de meldplicht. Om die reden is verzoeker door de inrichting voorgedragen voor overplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting. Op 24 december 2013 is besloten
klager als passant over te plaatsen naar het h.v.b. Zwaag en tevens is klager op die datum geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos. Anders dan door de raadsman is aangevoerd, zijn de aan het regimair verlof verbonden
voorwaarden aan klager op schrift uitgereikt op 25 oktober 2013 en 28 november 2013. Ook blijkt uit de correspondentie met de inrichting dat klager heeft getracht de politie over te halen zijn verzuim niet te melden bij de inrichting, dit omdat hij
wist
dat hij fout zat. Een en ander heeft geleid tot klagers uitplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie verstaat het beroep in die zin, dat indien het beroep gegrond mocht worden verklaard de beide selectiebeslissingen van 24 december 2013 zullen worden vernietigd.

4.2. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een(ten tijde van klagers plaatsing aldaar) regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kon in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris, waaronder tevens begrepen het selectieadvies van de directeur van de locatie Westlinge en de email-wisseling tussen (medewerkers van) de politie Amsterdam en medewerkers van het bureau selectie-
en detentiebegeleiding van de locatie Westlinge, wordt voldoende aannemelijk dat klager zich een aantal keren niet heeft gehouden aan de hem opgelegde voorwaarden voor regimair verlof. Dit is door klager ook erkend. Dit rechtvaardigt de opvatting van
de
selectiefunctionaris dat klager zich (meermalen) niet heeft gehouden aan met hem gemaakte afspraken en dat klager daarom niet voldoet aan de eisen die gesteld mogen worden aan een (verder) verblijf in een z.b.b.i.
Door en namens klager is aangevoerd dat de bestreden terugplaatsing van klager disproportioneel zou zijn. Met dat verweer wordt miskend dat klager wist, althans had kunnen en moeten weten, dat voor een verblijf in een inrichting met regimaire verloven
het zich houden aan gemaakte afspraken en voorwaarden een (noodzakelijk) vereiste is en dat een gevolg van het zich niet houden aan gemaakte afspraken en voorwaarden terugplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting is. Dit verweer wordt daarom
verworpen.
Voor zover door en namens klager is aangevoerd dat klager door de selectiefunctionaris, in het kader van de behandeling van het bezwaarschrift, niet is gehoord, geldt dat in het kader van de behandeling van een bezwaarschrift de wet geen hoorplicht
kent. Klager heeft zijn bezwaren naar voren kunnen brengen. Ook dit verweer wordt daarom verworpen.

4.5. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven