Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0117/GB, 22 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:22-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/117/GB

Betreft: [klager] datum: 22 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 september 2008 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den Ijssel.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat klager eerder in verband met een verstoorde werkrelatie met inrichtingsmedewerkers is overgeplaatst vanuit de p.i. Dordrecht. Naar de mening van klager is er inmiddels geen sprake meer van een verstoorde werkrelatie. Er
was indertijd sprake van een specifiek geschilpunt met een medewerker van die inrichting. Daaromtrent is een klaagschrift ingediend bij de beklagcommissie en dat beklag is gegrond verklaard. Van de inrichtingsmedewerkers mag worden verwacht dat zij
openstaan voor een hernieuwde werkrelatie. Klager heeft zich sinds zijn overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den Ijssel gedurende ongeveer een jaar correct gedragen, hetgeen ook uit het selectieadvies van 10 januari 2014 kan blijken. Gelet daarop
heeft de selectiefunctionaris het verzoek in redelijkheid niet kunnen afwijzen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van het verzoek is contact opgenomen met de directeur van de p.i. Dordrecht. Deze heeft aangegeven dat het onwenselijk wordt geacht dat klager terugkeert naar Dordrecht. Gelet op klagers eerdere functioneren in de p.i. Dordrecht, kan
de
selectiefunctionaris zich vinden in dat advies van de directeur. Klager krijgt overigens in Krimpen aan den Ijssel met regelmaat bezoek. Klager heeft op 7 februari 2014 een nieuw overplaatsingsverzoek ingediend voor plaatsing in Dordrecht. Uit het
daarbij opgemaakte selectieadvies komt naar voren dat klager erg ver gaat in zijn drang om te worden overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, daarbij met name in aanmerking nemend het negatieve advies van de directeur van de p.i. Dordrecht, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Dat geldt temeer nu klager in Krimpen aan den Ijssel niet verstoken blijft van bezoek.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven