Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1579/SGA, 13 mei 2014, schorsing
Uitspraakdatum:13-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/1579/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 13 mei 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. K. Blonk, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Almere.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 9 mei 2014, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van
opsluiting in een strafcel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 9 mei 2014 om 16.00 uur en eindigende op 23 mei 2014 om 16.00 uur, wegens het bij een celinspectie aantreffen van een mobiele telefoon en een oplader voor die telefoon.
Deze straf is in de periode van 10 mei 2014 tot en met 13 mei 2014 wegens gebrek aan capaciteit ten uitvoer gelegd in de p.i. Amsterdam Over-Amstel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 13 mei 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 12 mei 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit het verslag van 9 mei 2014, opgemaakt naar aanleiding van het tijdens een speciale celinspectie aantreffen van een mobiele telefoon en een oplader in verzoekers cel, komt onder meer naar voren dat dit verslag niet aan verzoeker is aangezegd. Vaste
rechtspraak van de beroepscommissie is dat géén disciplinaire straf kan worden opgelegd zonder dat het terzake opgemaakte verslag aan de gedetineerde is aangezegd. Nu die aanzegging niet is geschied, is de disciplinaire straf opgelegd in strijd met het
wettelijk voorschrift van artikel 50 van de Pbw.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 13 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven