Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4273/TA e.a., 25 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 13/4273/TA, 13/4287/TA, 13/4310/TA, 13/3610/TA, 13/3624/TA, 13/3630/TA, 13/3631/TA, 13/3632/TA en 13/3634/TA

betreft: [klager] datum: 25 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 20 december 2013 van de alleensprekende beklagrechter en van de uitspraken van respectievelijk 28 oktober 2013, 29 oktober 2013 en 20 december 2013 van de beklagcommissie bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te
Utrecht,
verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 maart 2014 gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught zijn gehoord klager, [...], juridisch medewerker, en [...], locatiemanager van de inrichting.

Klagers raadsman, mr. J.J. Weldam, heeft schriftelijk meegedeeld verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

De voorzitter heeft meegedeeld dat van het verklaarde ter zitting verslag zal worden opgemaakt en dat klagers raadsman in de gelegenheid zal worden gesteld schriftelijk op dit verslag te reageren. Klager heeft verklaard hiermee akkoord te gaan.

De raadsman is in de gelegenheid gesteld vóór 10 april 2014 schriftelijk op het verslag te reageren, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van afzondering in een afzonderingsruimte ingaande op 4 september 2013 die vanaf 6 september 2013 is tenuitvoergelegd in de eigen verblijfsruimte vanwege de weigering mee te werken aan een urinecontrole (13/4273/TA);
b. de weigering van bezoek in de periode van 4 september 2013 tot en met 6 september 2013 (13/4287/TA);
c. een ordemaatregel van afzondering in een afzonderingsruimte ingaande op 28 augustus 2013 die vanaf 29 augustus 2013 is tenuitvoergelegd in de eigen verblijfsruimte vanwege een positieve urinecontrole (13/4310/TA);
d. de weigering van verzending van klagers post c.q. het toezicht op klagers post (13/3610/TA);
e. de bejegening van klager door een personeelslid (13/3610/TA);
f. de beslissing tot verlenging van een ordemaatregel van afzondering ingaande op 15 augustus 2013 (13/3624/TA);
g. de weigering telefonisch contact te mogen opnemen met klagers netwerk (13/3630/TA);
h. de separatie van klager op 10 juli 2013 naar aanleiding van een door hem verzonden dreigbrief (13/3631/TA);
i. een ordemaatregel van afzondering in de eigen verblijfsruimte ingaande op 11 juli 2013 (13/3631/TA);
j. het toezicht op klagers post (13/3631/TA);
k. het toezicht op klagers bezoek (13/3631/TA);
l. de schending van klagers recht op privacy door informatie over zijn behandeling te delen met derden/klagers netwerk (13/3632/TA);
m. de schending van klagers recht op privacy doordat klager gebruik moet maken van een telefoon in de gemeenschappelijke ruimte (13/3634/TA).

De beklagrechter/commissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder b, e en g en het beklag vermeld onder a, c, d, f, h, i, j, k, l en m ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
A en c (13/4273/TA en 13/4310/TA):
Op 24 augustus 2013 had klager meegewerkt aan een urinecontrole die positief was. Dit is hem op 28 augustus 2013 meegedeeld. Op 4 september 2013 moest hij opnieuw meewerken aan een urinecontrole. Het is juist dat hij toen ‘Fuck die shit. Ik doe niet
mee
aan die fucking zooi’ heeft gezegd. Klager is afgezonderd in de herstelkamer, omdat hij onder invloed zou zijn. Een urinecontrole toont echter alleen aan dat je gebruikt hebt en niet dat je onder invloed bent.
B (13/4287/TA):
Tijdens zijn verblijf in de herstelkamer had hij bezoek gepland van vrouw en kind, maar mocht hij dat bezoek niet ontvangen. Hij heeft niet gezegd dat hij geen bezoek wilde ontvangen. De inrichting wist dat hij bezoek had gepland. In de regelgeving is
niet opgenomen dat je geen bezoek mag ontvangen als je in de herstelkamer verblijft. Klager mag zelfs, als hij gesepareerd is, bezoek ontvangen. Zijn vrouw woont vijf minuten van de inrichting vandaan en bezoekt hem vrijwel iedere dag. Zijn verjaardag
is op 27 augustus 2013, maar zijn bezoek kon op die dag niet komen. Hij kan daarom op 28 augustus 2013 niet gezegd hebben dat hij geen bezoek wilde ontvangen.
D (13/3610/TA):
De brieven waren bestemd voor medeverpleegden, de pastoor van FPC De Rooyse Wissel en klagers advocaat. P.A. wilde zijn post controleren. Klager heeft toen gezegd dat dat niet kon en heeft de brieven teruggenomen.
F (13/3624/TA):
Hij (klager) is geen lieverdje, maar is wel iets ouder en verstandiger geworden. Hij is niet meer afgezonderd en het gaat heel goed.
G (13/3630/TA):
Op 30 juni 2013 wilde hij met zijn advocaat bellen, maar dit is geweigerd. Hij weet niet of hem op een later tijdstip die dag wel is toegestaan met zijn advocaat te bellen. Een andere keer is hem wel uitgelegd dat hij op een bepaald moment niet kon
bellen, omdat het personeel bezig was met een separatie. Klager heeft toen gezegd dat zoiets kon gebeuren en dat hij anders de volgende dag kon bellen.
H, i, j en k (13/3631/TA):
Klager heeft de brief niet stiekem naar buiten gebracht. Toen is aangekondigd dat zijn post gecontroleerd zou worden, heeft hij gezegd dat hij het via zijn bezoek zou doen. De brief aan zijn voormalig hoofd behandeling van FPC De Rooyse Wissel was een
soort afscheidsbrief. Het kan zijn dat de brief niet positief is opgevat, maar klager heeft dit niet zo bedoeld. Als het voormalig hoofd behandeling niet had aangedrongen op dwangmedicatie, was nooit duidelijk geworden dat klager geen dwangmedicatie
nodig heeft. Het kan zijn dat de brief als dreigend wordt ervaren, maar je kunt niet alles naar je eigen hand zetten.
Klager heeft niet gedreigd en met de brief niet de orde en de veiligheid in de Van der Hoevenkliniek in gevaar kunnen brengen.
L (13/3632/TA):
Informatie over klagers behandeling wordt ook doorgespeeld binnen de inrichting. In een aan de beroepscommissie getoond ochtendbulletin van 24 februari 2014 - in het bezit van klager - staat het volgende vermeld: ‘Er is allerlei onduidelijkheid rondom
de communicatie en situatie tussen (klager) en zijn verloofde. Besloten wordt dat bezoek wordt begeleid door de groepsleiding. Als zijn verloofde op bezoek komt, wil (klager) niet met haar spreken. Hij geeft geen openheid en is ontwijkend in contact.
Begeleiding door twee personen’. De klacht gaat niet specifiek over het verstrekken van informatie naar buiten, maar gaat ook over het verspreiden van informatie binnen de inrichting. In het kantoor op de afdeling hangt een groot wit bord met namen van
verpleegden. Bij klagers naam staat duidelijk geschreven dat geen informatie over hem verstrekt mag worden zonder zijn toestemming. Toch gebeurt dit nog steeds. Het personeelslid M. heeft tegen klagers vrouw gezegd dat het goed ging met klagers
behandeling. Het is niet kwaad bedoeld, maar het personeel moet dat gewoon niet doen.
M (13/3634/TA):
Dit is opgelost. Er wordt respectvoller gehandeld en nu eerst aangeklopt. Klager ziet in het beroep geen meerwaarde en trekt het beroep in.
In het algemeen: Klager heeft de laatste tijd goed contact met de locatiemanager. Hij spreekt haar driemaal per maand. Het gaat goed met hem in de inrichting. Er wordt over verlofverlening gesproken. Afgezien van de onderhavige klachten, zijn de
locatiemanager en de juridisch medewerker eerlijk tegen klager.

Door en namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
B (13/4287/TA):
Ook als een verpleegde is afgezonderd of gesepareerd, kan hij bezoek ontvangen. Weigering van bezoek en andere beperkingen zijn maatregelen die apart worden opgelegd. Klager mocht bezoek ontvangen, maar heeft zelf gezegd dat hij geen bezoek wilde
ontvangen. Vanaf de eerste dag van zijn verblijf in de inrichting mag klager bezoek ontvangen.
D (13/3610/TA):
Als contacten nog niet gescreend zijn, wordt gekeken naar wie de verpleegde post wil verzenden en wordt de post gecontroleerd op bijgesloten voorwerpen. Het kan voorkomen dat in dat verband de post ook gelezen wordt. In dit geval is de post niet
gecontroleerd/gelezen, omdat klager niet wilde dat de brieven gecontroleerd werden en hij ze heeft teruggenomen. Als er aanleiding voor is, wordt toezicht op post van gescreende contacten uitgeoefend. Een dergelijke beslissing wordt schriftelijk
meegedeeld.
F (13/3624/TA):
Er is rekening gehouden met klagers problematische voorgeschiedenis. In de vorige twee inrichtingen waar klager verbleef, was sprake van turbulentie, veel incidenten, drugsgebruik en weigering van urinecontroles. In de Van der Hoevenkliniek was sprake
van bedreiging van een medeverpleegde. Klager is veroordeeld voor bedreiging van zijn ex-partner.
G (13/3630/TA):
Telefonisch contact met de advocaat wordt niet geweigerd. Het is mogelijk dat gezegd is dat telefoneren op een bepaald tijdstip niet uitkwam en dat klager op een ander tijdstip met zijn advocaat kon bellen.
H, i, j en k (13/3631/TA):
De brief is terecht als een bedreiging opgevat. Deze bedreiging is in strijd met de orde en de veiligheid in de Van der Hoevenkliniek.
L (13/3632/TA):
Het kan zijn dat een keer de groepsleiding informeel tegen klagers bezoek heeft gezegd dat het eigenlijk wel goed met hem gaat, maar klager heeft duidelijk gezegd dat hij dit niet wil en door de kliniek is begrepen dat dit niet (meer) moet gebeuren. Er
zal opnieuw voor worden zorggedragen dat gemeld wordt bij al het personeel dat geen informatie over klager wordt verstrekt aan zijn netwerk. Het ochtendbulletin, dat klager heeft laten zien, is alleen bedoeld voor het personeel en wordt niet verspreid
onder verpleegden.
M (13/3634/TA):
Dit komt voort uit gebouwelijke beperkingen. Patiënten telefoneren in de keuken, opdat het personeel vanuit de teamkamer zicht heeft op de telefoongesprekken. Het privacyprobleem, waarover door meer patiënten werd geklaagd, is opgelost door
looptelefoons te gebruiken. De verbouwing van de inrichting, die voorziet in een aparte telefooncel/ruimte, zal eind dit jaar starten.
In het algemeen: Er wordt naar gestreefd de screening van contacten binnen vier weken af te ronden en de screening van belangrijke contacten heel snel af te ronden. De screening van klagers vrouw was binnen een dag rond.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich aan de hand van het verhandelde ter zitting en de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen. Zij ziet, nu met instemming van klager verslag is opgemaakt van het verklaarde ter zitting en de raadsman in de
gelegenheid is gesteld schriftelijk op het verslag te reageren, maar hiervan geen gebruik heeft gemaakt, geen reden de behandeling van de zaak aan te houden. Zij wijst derhalve het verzoek daartoe van de raadsman af.

A en c (13/4273/TA en 13/4310/TA):
Artikel 8, eerste lid, van de Regeling urineonderzoek verpleegden houdt in dat de inrichting in de huisregels opneemt wat de gevolgen kunnen zijn van de weigering aan een urineonderzoek mee te werken en wat de gevolgen kunnen zijn van de vaststelling
in
het urineonderzoek dat er sprake is geweest van het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen. Artikel 18, zesde en zevende lid, van de Huisregels bepaalt dat een verpleegde zowel bij een positieve urinecontrole als bij de weigering van een
urineonderzoek in afzondering kan worden geplaatst. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve op deze onderdelen
ongegrond worden verklaard.

B (13/4287/TA):
Het beklag betreft de vermeende schending van klagers recht op bezoek als vermeld in artikel 37, eerste lid, van de Bvt. Tegen een dergelijke vermeende schending kan, gelet op het bepaalde in artikel 56, eerste lid aanhef en onder c, Bvt en de vaste
jurisprudentie van de beroepscommissie beklag worden ingediend. De beroepscommissie zal derhalve op dit punt de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
De beroepscommissie acht op grond van het onderzoek ter zitting en de stukken niet aannemelijk geworden dat klager bezoek is geweigerd en zal derhalve het beklag ongegrond verklaren.

D (13/3610/TA):
Klager heeft zijn post, die hij ter verzending had aangeboden, teruggenomen om te voorkomen dat die, zoals was aangekondigd door de inrichting, zou worden gelezen. Het beklag is daarmee gericht tegen de beslissing tot het uitoefenen van toezicht op de
inhoud van brieven van de verpleegde als bedoeld in artikel 35, derde lid, Bvt. Dit betreft een voor beklag vatbare beslissing in de zin van artikel 56, eerste lid aanhef en onder c, Bvt juncto artikel 35, eerste lid, Bvt.
Nu klager geen schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 54, eerste lid aanhef en onder b, Bvt is uitgereikt, zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en het beklag op formele grond gegrond verklaren.
Zij
kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 5,=. Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat de inrichting nog bezig was de contacten van klager, die pas een paar dagen in de inrichting verbleef, te screenen en dat de onderhavige beslissing in
dat verband niet onredelijk of onbillijk is, zodat het beroep in zoverre ongegrond is.

E (13/3610/TA):
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

F (13/3624/TA):
De schriftelijke mededeling tot verlenging van de afzonderingsmaatregel van 15 augustus 2013 houdt niet in dat deze verlenging noodzakelijk was met het oog op een belang als bedoeld in artikel 32, eerste lid, Bvt. Derhalve zal de beroepscommissie het
beroep op dit punt gegrond verklaren en het beklag gegrond verklaren. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 10,=.
De beroepscommissie is voorts van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve voor het overige ongegrond worden verklaard.

G (13/3630/TA):
De klacht dat klager niet heeft mogen bellen met zijn netwerk betreft de vermeende schending van het recht op telefonisch contact als neergelegd in art. 38, eerste lid, van de Bvt. De klacht is derhalve ontvankelijk.
Vast staat dat klager, die pas een paar dagen in de inrichting verbleef, nog niet met alle contacten uit zijn netwerk kon bellen, omdat deze contacten nog moesten worden gescreend. Bij die stand van zaken is de beslissing klager te weigeren contact op
te nemen met niet-gescreende contacten niet onredelijk of onbillijk. Niet aannemelijk is dat hij niet mocht bellen met al wel gescreende contacten.
De klacht dat klager geen telefonisch contact mocht opnemen met zijn raadsman kan niet voor het eerst in beroep worden aangevoerd, zodat klager in zoverre niet-ontvankelijk is.

H, i, j en k (13/3631/TA):
Naar het oordeel van de beroepscommissie kon klagers brief die hij door zijn vrouw heeft laten posten en derhalve niet aan toezicht door de inrichting was onderworpen als dreigbrief worden aangemerkt. In dit licht gezien kunnen de beslissingen tot
oplegging van de onder h, i, j en k vermelde ordemaatregelen niet als onredelijk of onbillijk of disproportioneel worden aangemerkt. De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren.

L (13/3632/TA):
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat de inrichting, zodra bekend was dat klager niet wilde dat informatie over hem zou worden gedeeld met derden/klagers netwerk, zich hieraan heeft gehouden. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het
oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve op dit onderdeel ongegrond worden verklaard.

M ( 3634/TA):
Nu klager op dit onderdeel het beroep heeft ingetrokken, hoeft ter zake geen beslissing meer worden genomen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond ten aanzien van a, c, e, h, i, j, k en l en bevestigt in zoverre de uitspraken van de beklagrechter/commissie met deels wijziging/aanvulling van de gronden. Zij vernietigt de uitspraak van de
beklagrechter met betrekking tot b en g, voor wat betreft het niet mogen telefoneren met klagers netwerk, ontvangt klager alsnog in dit beklag maar verklaart het beklag ongegrond. Zij verklaart klager in het beklag onder g, voor wat betreft het niet
mogen telefoneren met klagers raadsman, niet-ontvankelijk. Zij verklaart het beroep met betrekking tot d op formele grond gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag op dit punt gegrond en kent klager ter
zake een tegemoetkoming van € 5,= toe. Zij verklaart het beroep ten aanzien van f op formele grond gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag op dit punt gegrond, kent klager ter zake een tegemoetkoming van
€ 10,= toe en verklaart het beklag voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. dr. H.J.C. van Marle en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 april 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven