Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0772/GB, 11 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/772/GB

Betreft: [klager] datum: 11 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.H.R. Bruggeman, namens

[...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft verzuimd een nieuwe beslissing te nemen naar aanleiding van de gegrondverklaring van het beroep met nummer 13/3361/GB.

2. De feiten
Klager is sedert 23 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Krimpen aan den Ijssel. Op 12 maart 2014 heeft de selectiefunctionaris klager geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Bij uitspraak van 24 januari 2014 heeft de beroepscommissie klagers beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing vernietigd en de selectiefunctionaris opgedragen om
binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Klager heeft de uitspraak, die op 31 januari 2014 is verzonden, op 3 februari 2014 ontvangen. Dit betekent dat de selectiefunctionaris op 17 februari 2014 een nieuwe
beslissing had moeten nemen. Op 18 februari 2014 heeft klager de selectiefunctionaris hier op gewezen en in gebreke gesteld. Thans zijn wederom twee weken zonder reactie van de selectiefunctionaris verstreken. Op basis van de Wet Dwangsom en Beroep
stelt klager opnieuw beroep in tegen de kennelijke weigering van de selectiefunctionaris een beslissing te nemen. Klager verzoekt de selectiefunctionaris een dwangsom van € 250,= op te leggen voor iedere dag vanaf heden dat de selectiefunctionaris in
gebreke blijft te beslissen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft klager bij beslissing van 12 maart 2014 geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Dordrecht. Verder heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat klager conform de uitspraak van de beroepscommissie en conform zijn
voorkeur is geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Dordrecht. Abusievelijk is de afhandeling van de uitspraak van de beroepscommissie op een onjuiste plaats terecht gekomen waardoor de afhandeling ernstig is vertraagd. De selectiefunctionaris
verontschuldigt zich hiervoor.

4. De beoordeling
De beroepscommissie heeft klagers beroep gericht tegen de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam of de gevangenis van de p.i. Dordrecht bij uitspraak van 24 januari 2014 (13/3361/GB),
verzonden op 31 januari 2014, gegrond verklaard, de bestreden beslissing vernietigd en de selectiefunctionaris opgedragen binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Gelet op de verzenddatum van de uitspraak -
daarbij
in aanmerking genomen dat klager de uitspraak op 3 februari 2014 stelt te hebben ontvangen - had de selectiefunctionaris dan ook uiterlijk op 17 februari 2014 een nieuwe beslissing op het verzoek dienen te nemen. De selectiefunctionaris heeft dit
echter
pas op 12 maart 2014 gedaan. Naar het oordeel van de beroepscommissie brengt een redelijke uitleg van de wet met zich mee dat ook beroep kan worden ingediend tegen een verzuim of weigering om te beslissen. Nu op klagers verzoek ruim drie weken te laat
is beslist, zal de beroepscommissie het beroep dan ook gegrond verklaren. Zij acht termen aanwezig om vanwege door klager geleden ongemak een tegemoetkoming toe te kennen. Zij stelt deze vast op € 25,=.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 11 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven