Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 99/0370/GA A, 9 augustus 1999, beroep
Uitspraakdatum:09-08-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: A 99/370/GA

betreft: [...] datum: 9 augustus 1999

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 6 april 1999 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 29 maart 1999 van de enkelvoudige beklagrechter uit de commissie van toezicht bij de penitentiaire inrichting (p.i.) "Nieuw Vosseveld" te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 mei 1999, gehouden in de p.i. "Nieuw Vosseveld" te Vught, is gehoord de heer [...], unit-directeur in voormelde inrichting.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. Inhoud van het beklag en de uitspraak van de enkelvoudige beklagrechter
Het beklag betreft het niet in de buitenlucht mogen verblijven op 4 januari 1999.

De enkelvoudige beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. Standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de enkelvoudige beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Er is wellicht een fout gemaakt en het zou kunnen dat klager eenmaal niet in de gelegenheid is gesteld te luchten. Om hem het voordeel van de twijfel te geven is hem één uur extra luchten geboden toen bekend werd dat hij in beklagwas gegaan.

3. Beoordeling
Voor de beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat klager op 4 januari 1999 niet in de gelegenheid is gesteld te luchten in de buitenlucht. De omstandigheid dat klager ter compensatie één uur extra luchten is aangebodenneemt niet weg dat klager op
4 januari 1999 geen gebruik heeft kunnen maken van het hem toekomende recht om te luchten. Klagers beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat nu klager reeds compensatie vanwege de directeur is aangeboden en hij deze compensatie niet heeft geaccepteerd, hem geen tegemoetkoming in de zin van artikel 71, derde lid van de PBW juncto 68,zevende lid van de PBW toekomt.

4. Uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de enkelvoudige beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. D.J. Dee en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 9 augustus 1999.

secretaris voorzitter

Naar boven