Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 99/0350/GA A, 9 augustus 1999, beroep
Uitspraakdatum:09-08-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: A 99/350/GA

betreft: [klager] datum: 9 augustus 1999

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 21 april 1999 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 2 april 1999 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) "De Geerhorst" te Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 mei 1999, gehouden in de p.i. "Nieuw Vosseveld" te Vught, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur van unit 2 bij de p.i. „De Geerhorst“.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het moeten betalen van f. 0,27 voor de totstandkoming van de telefoonverbinding en de verhoging van het telefoontarief met twee cent per tik.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Met de verhoging van het telefoontarief van twee cent per tik heb ik wel vrede, maar ik ben het er niet mee eens dat we nu f. 0,54 voor de eerste tik moeten betalen, want dit is te veel. Eerst was dit f. 0,25. Doordat erconcurrentie is zou het telefoongebruik juist goedkoper moeten worden.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Het beklag betreft een algemene regeling die voor alle gedetineerden geldt, zodat hierover niet geklaagd kan worden.
Op verzoek van de gedetineerden zijn destijds in de inrichting telefooncellen toegevoegd. Nu blijkt dat een aantal cellen van de PTT in de inrichting niet rendabel is. Indien er cellen weggehaald zouden worden zou het telefonerengoedkoper worden. Bovendien zou dan nog steeds wel ruim aan de wet worden voldaan. De directie heeft echter gekeken naar de serviceverlening en gezegd dat het aantal cellen gelijk moet blijven. Dit kan helaas alleen door een kleinekostenverhoging. Na de verhoging kost de totstandkoming van de verbinding f. 0,27. De eerste tik en de tikken die daarna volgen zijn f. 0,27 per tik.
Dit verschilt niet veel met andere inrichtingen. In enkele inrichtingen is het telefoneren duurder, in enkele goedkoper. Er is niet overwogen om naar een ander dan de KPN te gaan. De service van de KPN is goed en er wordt gekeken ofde gedetineerden goedkoper telefoonkaarten kunnen krijgen.

3. De beoordeling
Het telefoontarief in de inrichting bedroeg vóór de tariefverhoging d.d. 11 maart 1999
f. 0,25 per tik. De eerste tik viel op het moment dat de verbinding werd opgebouwd, zodat op het moment dat de verbinding tot stand kwam f. 0,25 betaald moest worden, bestaande uit de eerste tik van f. 0,25. Het telefoontarief ismet ingang van genoemde datum als volgt verhoogd. Een telefoontik kost f. 0,27. De eerste tik valt direct en tegelijk met het totstandkomen van de verbinding. Daarnaast moet nu tevens voor het totstandkomen van de telefoonverbindingnog een extra bedrag ter hoogte van f. 0,27 betaald worden. Bij het totstandkomen van de verbinding betaalt de gedetineerde thans dus f. 0,54, bestaande uit
f. 0,27 voor het totstandkomen van de verbinding plus f. 0,27 voor de eerste tik die gelijktijdig daarmee valt.

Blijkens paragraaf I. 20 van de memorie van toelichting bij de PBW is in beginsel geen beklag mogelijk tegen algemeen geldende regelingen, tenzij met deze algemeen geldende regeling een de gedetineerde toekomend recht van hogereorde is geschonden.
In het onderhavige geval is de algemene regeling, waarbij het telefoontarief is verhoogd met f. 0,27 voor het opbouwen van de verbinding en met f. 0,02 voor iedere tik, niet in strijd met enige regeling van hogere orde en evenminkennelijk onredelijk of onbillijk te achten.
Nu er geen strijd is met enige regeling van hogere orde en de algemene regeling evenmin kennelijk onredelijk of onbillijk wordt geacht is beklag niet mogelijk zodat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. D.J. Dee en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 9 augustus 1999.

secretaris voorzitter

Naar boven