Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0142/GA, 4 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/142/GA

betreft: [klager] datum: 4 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 januari 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Zwaag te Hoorn, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 35,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, ingaande op
25 september 2013, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Er waren meerdere dingen die niet klopten. Klager had voor hetzelfde feit al een disciplinaire straf opgelegd gekregen en de hoogte van de straf komt niet overeen met wat er
bepaald is in de beleidsregels. Bovendien kwamen de naam en geboortedatum vermeld op de uitslag van de urinecontrole niet overeen met die van klager. Verzocht wordt om een tegemoetkoming van
€ 50,= per dag.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beklagcommissie is bij het vaststellen van de tegemoetkoming uitgegaan van € 20,= voor twee dagen afzondering in de eigen verblijfsruimte in verband met een verkeerde toepassing van beleidsregels en € 15,= voor de overige drie dagen in verband met
procedurele fouten bij de urinecontrole. Door de beklagcommissie is overwogen dat niet geheel uit te sluiten is dat de door het laboratorium verstrekte gegevens niet afkomstig zijn van klager, maar van een gedetineerde met een vrijwel gelijkluidende
naam. Gelet op de aard van deze fouten en het feit dat de beklagcommissie een tegemoetkoming heeft toegekend die lager is dan het door de beroepscommissie gehanteerde standaardtarief, kan de beroepscommissie zich niet verenigen met de toegekende
tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van € 50,= worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Eijk, secretaris, op 4 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven