Nummer: 13/3744/GB
Betreft: [klager] datum: 3 april 2014
De beroepscommissie als bedoeld in art. 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.J. van Essen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 28 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, op 7 februari 2014 door een lid van de Raad gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Karelskamp te Almelo ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 10 september 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel. Op 21 oktober 2013 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Karelskamp, waar een regime van beperkte gemeenschap
geldt. Op 18 november 2013 is hij overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) van de p.i. Vught, waar een individueel regime geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In de p.i. Ter Apel heeft er, in 13 maanden tijd, één incident plaatsgevonden waarvoor klager twee rapporten opgelegd heeft gekregen. In het selectieadvies van de p.i. Ter Apel van 28 oktober 2013 is opgenomen dat klager vier rapporten opgelegd heeft
gekregen, dat er een geweldsincident is geweest en dat klager betrokken was bij een vechtpartij. Die informatie is onjuist. Klager stelt dat er sprake is van valsheid in geschrifte waar hij de dupe van is. De foutieve informatie is, in het kader van
een
beklagprocedure, gedeeltelijk uit het selectieadvies gehaald. Zonder het foutieve selectieadvies zou klager niet overgeplaatst zijn. Volgens klager had de selectiefunctionaris nader onderzoek moeten doen en de informatie nader moeten onderbouwen.
Klager
wenste overgeplaatst te worden naar de p.i. Leeuwarden in plaats van naar de locatie De Karelskamp. De beeldvorming omtrent klager bij aankomst in de locatie De Karelskamp was dan ook onjuist. Vervolgens werd klager, na een verblijf van drie dagen in
de
locatie De Karelskamp, verzocht om zijn beklagzaken tegen de onjuiste informatie in het selectieadvies in te trekken. Dit heeft klager geweigerd en toen is gesteld dat klager drie medegedetineerden heeft bedreigd en is zijn overplaatsing naar de
BPG-afdeling van de p.i. Vught aangevraagd. Klager betwist dat er sprake is geweest van een vechtpartij. Klager heeft de betreffende medegedetineerde niet bedreigd. De selectiefunctionaris stelde echter dat dit de reden was dat klager niet
overgeplaatst
kon worden naar de p.i. Leeuwarden. Het geprepareerde mes dat bij klager zou zijn aangetroffen in de afzonderingscel betrof in werkelijkheid een scheermesje dat klager op zijn cel had liggen en dat hij in zijn bezit mocht hebben. Klager verzoekt om een
tegemoetkoming.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij selectiebeslissing van 9 oktober 2013 is besloten klager over te plaatsen naar de p.i. Leeuwarden. Deze overplaatsing is op 11 oktober 2013 ingetrokken. Klager heeft een medegedetineerde bedreigd in de p.i. Ter Apel. Aangezien deze medegedetineerde
in de p.i. Leeuwarden verbleef, kon klager niet overgeplaatst worden naar de p.i. Leeuwarden. Naar aanleiding hiervan is klager overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Karelskamp. Uit de aangeleverde rapportages omtrent klager is gebleken dat
klager wel rapporten opgelegd heeft gekregen. Klager is dreigend naar medegedetineerden en het personeel. Wanneer klagers gedrag niet verandert in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp, zal gezocht worden naar een passend regime.
4. De beoordeling
Uit het aangepaste selectieadvies van 12 november 2013 van de p.i. Ter Apel blijkt dat klager twee rapporten opgelegd heeft gekregen en dat klager op een agressieve manier omgaat met medegedetineerden. Klager heeft een negatieve invloed op
medegedetineerden en is een storende factor binnen de inrichting. Gelet op zijn agressiviteit en zijn onberekenbaarheid heeft klager een driemansbenadering gekregen. Klagers medegedetineerden voelen zich bedreigd. Klager heeft bedreigingen geuit naar
het personeel en heeft met zijn gedrag de orde, rust en veiligheid in de inrichting ernstig verstoord. Nu de veiligheid van het personeel en medegedetineerden niet meer gegarandeerd kon worden was een overplaatsing naar een andere inrichting
geboden.Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris niet onredelijk worden geacht. Gelet op het feit dat klager overgeplaatst moest worden in verband met de orde, rust en veiligheid in de inrichting, heeft de
selectiefunctionaris geen rekening hoeven te houden met de inrichting van zijn voorkeur. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 3 april 2014
secretaris voorzitter