Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4135/GA, 1 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:01-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/4135/GA

betreft: [klager] datum: 1 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 november 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) Haaglanden, betreffende negen klaagschriften (kenmerken SC 2013/328, 329, 332, 351, 383, 384, 386, 388 en 389),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag met kenmerk SC 2013/386 ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn overige klachten, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemd PPC in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Met betrekking tot klacht SC 2013/328 overweegt de beroepscommissie als volgt. Onweersproken is door klager gesteld dat een brief aan geprivilegieerde instanties niet in gesloten couvert mag worden aangeboden.
Uit hetgeen in art. 4 van de Regeling geprivilegieerde post gedetineerden staat vermeld kan worden opgemaakt dat een gesloten envelop met een brief afkomstig van een gedetineerde gericht aan een van de personen of instanties genoemd in art. 37, eerste
lid, van de Pbw, de zogenaamde geprivilegieerden, voor verzending kan worden aangeboden, mits de gedetineerde er zorg voor heeft gedragen dat voor de directeur kenbaar is aan welke persoon in welke hoedanigheid, of aan welke instantie de envelop van de
brief is gericht.
Klager is derhalve ontvankelijk in zijn klacht en deze klacht zal gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 5,=.

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter ten aanzien van de overige klachten op goede gronden en met juistheid heeft beslist. Ten aanzien van deze onderdelen zal het beroep derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de
beklagrechter worden bevestigd.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van klacht SC 2013/328 gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Aan klager zal een
tegemoetkoming worden toegekend van € 5,=.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. T. Nauta, secretaris, op 1 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven