Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3868/GA, 8 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3868/GA

betreft: [klager] datum: 8 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 januari 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en [plaatsvervangend vestigingsdirecteur].
Een van de leden van de beroepscommissie kon door omstandigheden niet op de zitting aanwezig zijn. De uitspraak wordt wel door de voltallige beroepscommissie gedaan.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. dat klager wordt verplicht om deel te nemen aan de arbeid terwijl hij eerder arbeidsongeschikt is verklaard;
b. dat klager op 28 oktober 2013 geen luchtmoment aangeboden heeft gekregen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a.
Klager had last van zijn schouders en liep met veel pijn rond. Hij kan dan geen lichamelijk zwaar werk doen. Ook het stikkeren van tapijtrollen was te zwaar. Klager had morfinepleisters en slikte zenuwpijnstillers en paracetamol. Er is door de arts
niet
goed onderzoek gedaan. Klager hoefde zijn t-shirt niet eens uit te doen. In de koepel in Arnhem was hij arbeidsongeschikt verklaard. Klager werkt momenteel; hij is afdelingsreiniger en dat gaat goed. Hij werkt 20 tot 25 uur per week. Het gaat met de
gezondheid een stuk beter, maar de problemen zijn er nog steeds. Klager is bereid om naar de arbeid te gaan, hij heeft hiervoor ook in de keuken gewerkt.

Met betrekking tot b.
Het personeel is verantwoordelijk voor het aanbieden van het luchtmoment. Klager kwam uit de isoleercel. Terug op de afdeling werd hij uitgefoeterd door het afdelingshoofd nadat hij om beklagformulieren had gevraagd. Klager was zo verbouwereerd dat hij
er niet meer aan dacht om naar luchten te vragen. Het is hem die dag ook niet aangeboden.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager claimde de arbeidsongeschiktheidsstatus. Hij is door de arts gezien. De arts adviseerde om klager licht werk te laten verrichten. Dat is gedaan, maar klager bleef weigeren om te werken. De directeur gaat niet over het onderzoek door de arts,
daarover kan klager zich in een andere procedure beklagen.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot b.
Op grond van artikel 49, eerste lid, van de Pbw heeft de gedetineerde recht op recreatie en dagelijks verblijf in de buitenlucht, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet. In het derde lid is bepaald dat de directeur er zorg voor draagt
dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven.
Vast staat dat klager op 28 oktober 2013 noch in de iso noch op de afdeling van het luchtmoment gebruik heeft kunnen maken. De beroepscommissie is van oordeel dat de in artikel 49, derde lid, van de Pbw opgenomen zorgplicht voor de directeur impliceert
dat het personeel de gedetineerde actief het luchtmoment aanbiedt en dat de gedetineerde er dan zelf voor kan kiezen om daarvan af te zien. Door klager op 28 oktober 2013 geen luchtmoment aan te bieden is hem het wettelijk recht op luchten onthouden.
Het beroep zal ten aanzien van dit onderdeel gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie is van oordeel dat aan klager een
tegemoetkoming toekomt van €5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. A.M. van Kalmthout en J.M.L. Pattijn, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Jousma, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven