Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4098/GA, 8 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/4098/GA

betreft: [klager] datum: 8 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. Weehuizen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 december 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 maart 2014, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord [plaatsvervangend vestigingsdirecteur].
Klager en zijn raadsman voornoemd hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.
Een van de leden van de beroepscommissie kon door omstandigheden niet ter zitting aanwezig zijn. De uitspraak wordt wel door de voltallige beroepscommissie gedaan.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van vijf dagen in verband met een positieve score op coca?ne.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager is ten onrechte in de strafcel geplaatst, hij heeft geen verdovende middelen (coca?ne) gebruikt. Voor zover er in zijn urine sporen zijn aangetroffen, die in principe op lichaamsvreemde stoffen kunnen duiden, is aan de orde dat klager tijdens
een
verlof wel toegestane medicatie heeft genomen (met name zogenaamde Viagrapillen) en dat die sporen van die medicatie afkomstig zullen zijn. Ook is de urinecontrole niet deugdelijk uitgevoerd dan wel heeft er geen deugdelijk onderzoek plaatsgevonden.
Aldus is er geen grond voor plaatsing in een strafcel aanwezig.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het lab geeft aan dat het gebruik van Viagra geen score op coca?ne kan geven. Dat is zeer onwaarschijnlijk. Er is geen extra bevestigingsonderzoek gedaan omdat klager medicatie heeft genomen die niet door de medische dienst is voorgeschreven. De
medische dienst schreef wel eens Viagra voor, bijvoorbeeld in geval van een bezoek zonder toezicht, maar is daar mee gestopt.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager na een urinecontrole op 15 oktober 2014 een positieve score had van 553 op coca?ne. Ook het herhalingsonderzoek liet een score van 498 op coca?ne zien. Klager stelt tijdens een verlof toegestane medicatie, namelijk een Viagrapil,
te hebben ingenomen.
Uit de huisregels van de p.i. Vught, onderdeel medische verzorging, kan worden afgeleid dat het gedetineerden slechts is toegestaan medicatie voorgeschreven door de inrichtingsarts bij zich te hebben dan wel in te nemen. Bij verlof krijgt de
gedetineerde voldoende medicijnen en een medicatieoverzicht mee voor de duur van het verlof. Niet gebleken is dat de Viagrapil die klager tijdens het verlof heeft ingenomen door de inrichtingsarts is voorgeschreven. Gelet hierop kon de directeur op
grond van de positieve urinecontrole in redelijkheid de disciplinaire straf opleggen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. A.M. van Kaltmhout en J.M.L. Pattijn, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Jousma, secretaris, op 8 april 2014

secretaris voorzitter

Naar boven