Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1123/GB, 7 april 2014, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/1123/GB

Betreft: [klager] datum: 7 april 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J.W. Tijkotte, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 maart 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 8 april 2014 te melden in de locatie Tafelbergweg te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 17 maart 2014 is klager opgeroepen zich op 8 april 2014 voor 10.00 uur te melden in de locatie Tafelbergweg voor het ondergaan van 346 dagen gevangenisstraf. Op 24 maart 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 26 maart 2014
ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft in zijn besluit geen blijk gegeven van een redelijke belangenafweging en niet voldoende gekeken naar de wel degelijk bijzondere omstandigheden van klager. Namens
klager wordt verzocht de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf op te schorten tot 1 oktober 2014. Verwezen wordt naar hetgeen klager in zijn bezwaarschrift naar voren heeft gebracht. Hierin is weergegeven dat klager om uitstel vraagt omdat zijn
vriendin zwanger is van hun eerste kindje en eind juli, begin augustus is uitgerekend. Klager wil graag uitstel van het ondergaan van zijn gevangenisstraf omdat klager de kosten van de vaste lasten alleen moet dragen en zijn vriendin aan het
solliciteren is maar geen baan kan vinden. Zodra zij bevallen is en een baan heeft gevonden wil klager zijn gevangenisstraf ondergaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop moet worden gesteld dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico van een veroordeelde komen. Om deze reden en om de capaciteit binnen het
gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging.
Afgezien van het feit dat klager geen bewijzen heeft overgelegd, past hetgeen door hem is verzocht niet in het geldende beleid waar het betreft het verlenen van uitstel inzake de tenuitvoerlegging van lopende vonnissen. Inzake de financiële
consequenties van de aanstaande tenuitvoerlegging wordt gewezen op het feit dat klagers vriendin indien noodzakelijk een beroep kan doen op de sociale wetgeving.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Tafelbergweg is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Klager vraagt om uitstel van de executie van een vrijheidsstraf met als reden dat zijn vriendin, die zwanger is, geen werk heeft en mitsdien, als klager gedetineerd zou raken, geen inkomen heeft. Die omstandigheden, die feitelijk ook niet nader zijn
onderbouwd, kunnen niet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep. Klagers partner kan immers indien zij zonder inkomen komt te zitten een beroep doen op de sociale voorzieningen. Gelet daarop kon de selectiefunctionaris in redelijkheid
onderhavige beslissing nemen.
Klager heeft op 30 december 2013 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep om zich te melden voor het ondergaan van de gevangenisstraf en was derhalve reeds vanaf dat moment bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging.
De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op de aankomende detentie.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen , voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven