Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0236/GB, 27 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:27-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/236/GB

Betreft: [klager] datum: 27 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 juni 2008 gedetineerd. Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen (VRIS-status). Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij stelt dat zijn gezondheid niet serieus genomen wordt in de p.i. Ter Apel. Hij is twee keer niet voor controle naar het ziekenhuis gebracht. Er zijn ook problemen omtrent de afstand die het
bezoek
van klager moet afleggen naar de p.i. Ter Apel, mede daarom wil hij overgeplaatst worden. Daarbij komt dat hij langgestrafte is en zijn aanvraag om zijn straf uit te zitten in het land van herkomst afgewezen is. Klager wenst in de gelegenheid te worden
gesteld het beroep nader mondeling toe te lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris stelt vast dat de p.i. Ter Apel de enige locatie in Nederland is waar gedetineerden met een VRIS-status ondergebracht kunnen worden.
Het
Multidisciplinair Overleg (MDO) en de Vrijhedencommissie (VC) adviseren negatief op het overplaatsingsverzoek, omdat betrokkene geen verblijfstitel meer heeft.

4. De beoordeling
4.1. Klager wenst in de gelegenheid te worden gesteld het beroep nader toe te lichten. Dit verzoek is echter niet nader onderbouwd. De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst
het
verzoek daarom af.

4.2. Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Ingevolge artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidstraf geen
rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De p.i. Ter Apel is een gevangenis waar gedetineerden met een VRIS-status ondergebracht kunnen worden. Door klager
zijn
geen bijzondere omstandigheden aangevoerd op grond waarvan moet worden afgeweken van voormeld uitgangspunt. De beroepscommissie gaat er vanuit dat in de p.i. Ter Apel de voor klager benodigde medische zorg geleverd kan worden. De op de onder 3.2
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 27 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven