Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0336/GA, 17 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:17-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/336/GA

betreft: [klager] datum: 17 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.C. Gordijn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 februari 2014 voorgenomen beslissing van de directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de onderliggende stukken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beschikking
Het beroep betreft de voorgenomen beslissing van de directeur van 5 februari 2014, inhoudende dat klager wordt verplicht tot het ondergaan van een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Pbw.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is geen gevaar voor zichzelf, voor anderen of voor de algemene veiligheid. Klager voldoet aldus niet aan het gevaarscriterium. Voorts stelt klager dat hij geen stoornis heeft die met medicatie
behandeld zou moeten worden.

De directeur heeft de bestreden beslissing in beroep niet nader toegelicht.

3. De beoordeling
Op 5 februari 2014 heeft de directeur van het PPC van de p.i. Vught kenbaar gemaakt dat hij voornemens is ten aanzien van klager een dwangbehandeling, als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Pbw toe te passen. Op 7 februari 2014 heeft
klagers raadsvrouw een beroepschrift alsmede een verzoek tot schorsing van de voorgenomen beslissing ingediend. Bij beslissing van 10 februari 2014 (14/337/SGA) heeft de voorzitter van de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn
schorsingsverzoek.

Het beroep is gericht tegen de voorgenomen beslissing van 5 februari 2014 tot toepassing van een a-dwangbehandeling.
De beroepscommissie heeft bij uitspraken van 3 december 2013 en 22 januari 2014 – waaronder de uitspraak met kenmerk 13/2616/GA – geoordeeld dat tegen een voorgenomen beslissing als bedoeld in artikel 22e, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel
geen
beroep op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw openstaat. Alleen tegen een definitieve beslissing tot toepassing van een a-dwangbehandeling, als bedoeld in artikel 46e, eerste lid, van de Pbw, kan op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw
rechtstreeks beroep worden ingesteld.

Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 17 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven