Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4346/GB, 4 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/4346/GB

Betreft: [klager] datum: 4 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 december 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 30 augustus 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat de medisch adviseur bij het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) willens en wetens de, door de huisarts van zijn moeder, in november 2013 verstrekte informatie heeft achtergehouden. Klagers moeder is niet in staat om ver te
reizen. Een reis van Groningen naar Lelystad is derhalve niet mogelijk. Klagers moeder is wel in staat om van Groningen naar Veenhuizen te reizen. Klagers eigen gezondheidssituatie gaat verder achteruit doordat zijn moeder niet op bezoek kan komen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overgeplaatst te worden naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven in verband met zijn bezoek. Klagers moeder woont in Groningen en mag van de dokter vanwege haar ziekte niet reizen. De medisch adviseur bij het BIMA heeft
aangegeven dat er medisch gezien geen aanleiding is voor klagers moeder om niet bij haar zoon op bezoek te kunnen komen en dat er evenmin aanleiding is om klager over te plaatsen.

4. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en dat zij, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen voor overplaatsing. Aangezien klager om overplaatsing verzoekt in verband
met het ontvangen van bezoek van zijn zieke moeder heeft de selectiefunctionaris advies gevraagd aan de medisch adviseur bij het BIMA. Gelet op het advies van de medisch adviseur van het BIMA, waarin is geconcludeerd dat er op basis van de medische
gegevens van klagers moeder onvoldoende medische redenen tot overplaatsing bestaan, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 4 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven