Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/4379/TA, 17 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:17-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/4379/TA

betreft: [klager] datum: 17 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een ongedateerde uitspraak uit 2013 van de beklagcommissie bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht (kenmerk HK2013/125), betreffende
a. het niet mogen luchten op 23 augustus 2013 en
b. het in de periode van 20 juli 2013 tot 23 augustus 2013 luchten op een afgekeurde patio,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag als vermeld onder b. wat betreft de periode van 20 juli 2013 tot 15 augustus 2013, en het beklag vermeld onder a. en het overige beklag vermeld onder b. gegrond verklaard en
klager ter zake hiervan geen tegemoetkoming toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman mr. B.H.J. van Rhijn om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie wat betreft de niet-ontvankelijk verklaring van klager in het beklag vermeld onder b., voor de periode van 20 juli 2013 tot 15 augustus 2013, niet tot een andere beslissing
leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
Wat betreft het niet toekennen van een tegemoetkoming ter zake van de gegrondverklaring van a. en b., voor de resterende van negen dagen in totaal, overweegt de beroepscommissie dat zij een tegemoetkoming van € 30,= op zijn plaats acht.

2. De uitspraak
Wat betreft de niet-ontvankelijkverklaring van klager in het beklag vermeld onder b. voor de periode van 20 juli 2013 tot en met 15 augustus 2013, verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de
beklagcommissie.
Ten aanzien van (het niet toekennen van) een tegemoetkoming voor het gegrond verklaarde beklag onder a. en het overige beklag vermeld onder b. verklaart zij het beroep gegrond, vernietigt zij in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en kent zij
klager alsnog een tegemoetkoming van € 30,= toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven