Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3661/TA, 13/3751/TA, 13/3752/TA en 13/3754/TA, 17 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:17-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3661/TA, 13/3751/TA, 13/3752/TA en 13/3754/TA

betreft: [klager] datum: 17 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 29 oktober 2013 van de beklagcommissie bij de Van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde – betreft:
a. schending van klagers recht op privacy (HK2013/67);
b. de weigering van bezoek, contact met de dominee en telefonisch contact met klagers raadsman (HK2013/83);
c. de maatregel van afzondering van 4 juli 2013 (HK2013/92);
d. de inbeslagname van creatine (HK2013/93);
e. het niet uitbetalen van uren arbeidstraining (HK2013/90).

De beklagcommissie heeft het beklag wat betreft onderdeel a gegrond verklaard en daarbij bepaald dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming en het beklag wat betreft de onderdelen b, c, d en e ongegrond verklaard op de gronden als in
de
aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager meent dat de beklagcommissie ten onrechte hem geen tegemoetkoming heeft toegekend na gegrondverklaring van zijn beklag over de schending van zijn
privacy. De overige verpleegden konden zijn bestanden inzien, doordat hij op 30 mei 2013 om 21.30 uur werd verplicht zijn bestanden over te zetten van zijn usb-stick op de algemene computer. Klager had deze bestanden nodig in verband met een zitting
van
de beroepscommissie de volgende dag. Die ochtend kreeg klager geen voorrang boven andere verpleegden om zijn bestanden te verwijderen. Twee medebewoners hebben klagers privébestanden gelezen. Het gaat dan om dagboeken en privébrieven.
Klager had een telefonische afspraak met zijn advocaat. Klager kon hem pas twee weken later bereiken. Klager is al drie keer eerder geweigerd zijn advocaat te mogen bellen.
De beroepscommissie heeft in een eerdere uitspraak bepaald dat de urinecontrole zoals uitgevoerd in de inrichting niet voldoet aan de wettelijke eisen. De uitslagen van de urinecontrole kunnen derhalve niet worden gebruikt. Er kan niet met zekerheid
worden gesteld dat klagers uitslag boven de afkapwaarde van 50 lag. Klager is dubbel gestraft. Eerst verbleef hij in de herstelkamer en daarna werd hij vijf dagen ingesloten op zijn eigen kamer. Tevens mocht klager geen bezoek ontvangen en mocht hij
zijn advocaat niet bellen. Er kan niet van een verpleegde worden verlangd dat hij anderen verlinkt. Klager werd gedwongen te erkennen dat hij een trekje had genomen van een blowtje. Zou klager het roken van een blowtje niet erkennen, dan zou hij langer
in afzondering hebben moeten blijven.
Klager kreeg in oktober 2012 toestemming om creatine voorhanden te hebben. Klager heeft de creatine in een suikerbus gestopt. Tijdens eerdere celcontroles is hier nooit een punt van gemaakt. Er zijn nooit drugs bij klager aangetroffen, dus kan de
inrichting niet beweren dat klager bekend is met drugsbezit.
Klager krijgt niet uitbetaald voor het aantal uren dat hij werkt. Als klager de volledige 18 uren per week werkt krijgt hij 11 euro uitbetaald. Werkt hij hiervan 12 uren, dan ontvangt hij geen vergoeding. In andere instellingen wordt per uur
uitbetaald.
Klager vindt dit oneerlijk. De inrichting maakt misbruik van verpleegden die in een kwetsbare positie zitten.

Het hoofd van de inrichting volhardt in de ten overstaan van de beklagcommissie gegeven standpunten. Tevens kan de inrichting zich vinden in de beslissingen van de beklagcommissie.

3. De beoordeling
a.
Klagers klacht richt zich tegen het feit dat de beklagcommissie na gegrondverklaring van zijn beklag over de schending van zijn privacy hem geen tegemoetkoming heeft toegekend. Op 30 mei 2013 diende klager zijn privébestanden over te zetten van zijn
usb-stick naar een algemene computer. Dat klager de volgende ochtend geen voorrang kreeg boven andere verpleegden om de bestanden alsnog te verwijderen betekent op zichzelf niet dat daarmee is komen vast te staan dat andere verpleegden zijn
privébestanden hebben gelezen, zoals klager stelt. De klacht dat personeel zijn bestanden heeft gelezen kan niet voor het eerst in beroep worden aangevoerd. De beroepscommissie kan zich derhalve verenigen met het standpunt van de beklagcommissie hem
geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

b, c en d.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagcommissie, waarbij de beroepscommissie zich niet verenigt met de zinsnede in de beoordeling van de klacht onder b.,
luidende: "gelet op het feit dat klager zichzelf in deze positie heeft gebracht door drugs te gebruiken en te proberen te frauderen bij een UC.". Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard, met verbetering van de gronden.

e.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie, welke de beroepscommissie leest als: "de beklagcommissie is van oordeel dat de kliniek heeft gehandeld
volgens het Reglement arbeidstraining door klager vanwege onvoldoende werkgedrag niet te belonen voor de arbeidstraining." De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat hoofdstuk 18 van de bijlage bij het Model huisregels justitiële
TBS-inrichtingen de inrichting ruimte laat om de beloning van een verpleegde vast te stellen via een puntensysteem dat niet is gebaseerd op het aantal gewerkte uren, maar het werkgedrag van de verpleegde. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie met verbetering van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 17 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven