Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0006/GB, 7 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/6/GB

Betreft: [klager] datum: 7 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 december 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 april 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 29 oktober 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Nieuwegein, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat de vermelding op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst) niet meer aan de orde is. Klagers GVM-status liep in november 2013 af en is niet verlengd. Er is thans geen reden om een overplaatsing naar
de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen te weigeren. Bovendien kunnen langgestraften gedetineerden geplaatst worden in de gevangenis van de locatie Norgerhaven. Klagers GVM-status zou hier geen belemmering voor mogen zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers vermelding op de GVM-lijst is in november 2013 verlengd en zijn kwalificatie is hierbij niet veranderd. Zolang klagers naam voorkomt op de GVM-lijst is een overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven niet mogelijk. Klager heeft
in 2012 korte tijd verbleven in de gevangenis van de locatie Norgerhaven. Tijdens zijn verblijf aldaar heeft er een nieuwe GVM-toets plaatsgevonden waarna klager wederom op de GVM-lijst is geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Gebleken is dat klager wordt vermeld op de GVM-lijst met als risicoprofiel verhoogd. De vermelding van klagers naam op de GVM-lijst brengt met zich mee dat klager niet in alle inrichtingen kan verblijven, maar enkel in de inrichtingen waar
gedetineerden met een verhoogde GVM-status geplaatst kunnen worden. Een plaatsing in de gevangenis van de locatie Norgerhaven is gelet op het aldaar geldende beveiligingsniveau in relatie tot het aan klager toegekende risicoprofiel volgens de
selectiefunctionaris niet mogelijk. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 7 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven