Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0056/GB, 4 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/56/GB

Betreft: [klager] datum: 4 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.L. Kranendonk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 september 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Lelystad. Op 10 december 2013 is hij geplaatst in het PPC van de p.i. Amsterdam Over-Amstel, een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 20c van de Regeling
selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling), waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager stelt dat zijn bezwaarschrift ten onrechte ongegrond is verklaard. Klager had verzocht om zijn gronden, na ontvangst van de bescheiden waarop de bestreden beslissing is gebaseerd, nader
te
mogen onderbouwen. Klager heeft deze bescheiden niet ontvangen en is daardoor niet in staat gesteld zijn gronden nader aan te vullen. Klager stelt dat de selectiefunctionaris te snel een beslissing op het bezwaarschrift heeft genomen en dat het
beginsel
van hoor en wederhoor is geschonden. Klager bestrijdt dat er een rapportage door een gedragskundige is opgesteld. Een eventuele rapportage is hem niet bekend. Uit het selectieadvies van de p.i. Lelystad van 2 december 2013 blijkt dat er, in verband met
de nodige zorg, in het psycho-medisch overleg gesproken is over een overplaatsing naar een extra zorgvoorziening. Toen dit niet gerealiseerd kon worden is een PPC-plaatsing aan de orde gekomen. Klager stelt dat er geen reden is om te stellen dat nader
onderzoek en/of observatie vereist is om te bepalen of er forensische zorg noodzakelijk is. Er is geen grond in de rapportages waaruit de aanwezigheid van een psychiatrische stoornis of een persoonlijkheidsstoornis blijkt. Klager is geen gemakkelijke
gedetineerde, echter, hij verblijft reeds geruime tijd in detentie. Sinds het moment dat klager in het PPC verblijft heeft er niets plaatsgevonden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager weigerde mee te werken aan zijn overplaatsing naar een extra zorgvoorziening. Naar aanleiding van deze weigering heeft de directeur van de p.i. Lelystad verzocht klager te plaatsten in een PPC. Klager heeft zich drie keer “vastgedraaid” in de
p.i. Lelystad en is diverse keren intern overgeplaatst naar een andere afdeling. Steeds gebeurt echter hetzelfde. Klager raakt de grip op de realiteit kwijt, wordt overspoeld door negatieve emoties, wordt achterdochtig en heeft het idee dat er een
complot gesmeed wordt. Klager wordt woedend, verdrietig en uit zeer ernstige bedreigingen naar het personeel. In een PPC kunnen de oorzaken van klagers gedrag onderzocht worden. Klager verblijft thans twee maanden in het PPC en er is nog geen
uitplaatsingsverzoek ingediend. Klager zit op zijn plaats in het PPC.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC van de p.i. Amsterdam Over-Amstel is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Aan klagers stelling dat in de bezwaarfase geen recht is gedaan aan het beginsel van hoor en wederhoor kan voorbij worden gegaan, nu klager in beroep al zijn gronden naar voren heeft kunnen brengen.

4.3. Op grond van het bepaalde in artikel 20c van de Regeling komen voor plaatsing in een PPC die gedetineerden in aanmerking, ten aanzien van wie in verband met een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek,
verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd of ten aanzien van wie in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist. In de toelichting bij artikel 20c is bepaald dat
de
directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uitbrengt over de behoefte aan forensische zorg. Dit advies wordt gegeven op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch
overleg van de inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

4.4. Uit de indicatiestelling van 19 november 2013 en uit het selectieadvies van de p.i. Lelystad van 2 december 2013 blijkt dat er mogelijk sprake is van een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek,
verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking waarvoor forensische zorg is geïndiceerd en dat er ten aanzien van klager in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist. Nadere observatie is vereist om
de oorzaken van zijn wisselende gedrag en woedeaanvallen te onderzoeken. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van mening dat er voldoende reden is om klager, voor een nadere observatie, te plaatsen in een PPC. Gelet op het voorgaande kan de
op
de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 4 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven