Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3694/GB, 24 februari 2014, beroep
Uitspraakdatum:24-02-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3694/GB

Betreft: [klager] datum: 24 februari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.H. Westendorp, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager, alsmede zijn raadsman, zijn niet verschenen op de zitting van 7 januari 2014 om te worden gehoord door een lid van de Raad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem ter herselectie te plaatsen in de gevangenis Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 februari 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 14 oktober 2013 is hij geplaatst in de gevangenis Alphen aan den Rijn, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager ontkent dat de telefoon die is aangetroffen in de woonkamer van de verblijfsruimte in de b.b.i. van de locatie Westlinge van hem was. Er is onvoldoende bewijs waaruit blijkt dat dit anders is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In klagers appartement is een mobiele telefoon aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat de telefoon aan klager toebehoorde. Het is algemeen bekend dat het in een b.b.i. verboden is om een mobiele telefoon in je bezit te hebben.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Alphen aan den Rijn is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit het selectieadvies van de b.b.i. van de locatie Westlinge van 10 oktober 2013 blijkt dat er tijdens een spitactie in klagers appartement een mobiele telefoon is aangetroffen. In de mobiele telefoon stonden diverse gegevens waardoor de
mobiele telefoon aan klager gekoppeld kon worden. De aanwezigheid van een mobiele telefoon in een inrichting kan de orde, rust en veiligheid in deze inrichting in gevaar brengen. Gelet op het voorgaande heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid
kunnen besluiten dat een langer verblijf van klager in een b.b.i. niet verantwoord was. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van der Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 24 februari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven