Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3809/GB, 24 februari 2014, beroep
Uitspraakdatum:24-02-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3809/GB

Betreft: [klager] datum: 24 februari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. V.P.J. Tuma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 november 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden.

2. De feiten
Klager was sedert 27 september 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp te Almelo. Op 3 oktober 2013 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Leeuwarden, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Op 20
december 2013 is hij in vrijheid gesteld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers bezwaarschrift is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Klagers bezwaarschrift was niet gericht tegen de beslissing van de directeur van de locatie De Karelskamp om klagers verzoek niet in behandeling te nemen, maar tegen de afwijzing van
klagers verzoek door de selectiefunctionaris. Klager heeft het bezwaarschrift op 15 mei 2013 ingediend maar klagers raadsman heeft pas op 14 november 2013 de beslissing op het bezwaarschrift ontvangen. Dit is niet binnen de ingevolge artikel 17, vierde
lid, van de Pbw gestelde termijn van zes weken. Klager heeft zelf nooit een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift ontvangen. De omstandigheid dat een medeverdachte van klager in de p.i. Leeuwarden verblijft kan geen reden zijn om klager
niet
over te plaatsen naar de p.i. Leeuwarden. Klager en zijn medeverdachte hebben tijdens hun voorlopige hechtenis verbleven in het h.v.b. van de p.i. Ter Apel. De officier van justitie heeft geen bezwaar tegen een verblijf van klager en zijn medeverdachte
in dezelfde inrichting. Klager verzoekt om een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 8 mei 2013 is er door de selectiefunctionaris geen selectiebeslissing genomen. Op 27 mei 2013 is er een selectieadvies ontvangen van het h.v.b. van de locatie De Karelskamp waarin klager verzoekt om overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i.
Leeuwarden. Op grond van de door de directeur van het h.v.b. van de locatie De Karelskamp verstrekte informatie heeft de selectiefunctionaris klagers bezwaarschrift opgevat als een bezwaarschrift gericht tegen de beslissing van de directeur van de
locatie De Karelskamp en klager dientengevolge niet-ontvankelijk verklaard. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Leeuwarden op 19 juni 2013 afgewezen. Op 20 september 2013 is een verzoek van het
h.v.b. van de locatie De Karelskamp ontvangen waarin verzocht werd klager over te plaatsen naar het h.v.b. van de p.i. Leeuwarden. Op 20 september 2013 is dit verzoek door de selectiefunctionaris toegewezen en is klager geselecteerd voor het h.v.b. van
de p.i. Leeuwarden.

4. De beoordeling
Uit de stukken is niet gebleken dat de selectiefunctionaris op 8 mei 2013 een beslissing heeft genomen strekkende tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing. Gelet hierop heeft de selectiefunctionaris op 1 juli 2013 op goede gronden besloten
klager niet-ontvankelijk in zijn bezwaar te verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 24 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven