Nummer: 13/3592/GB
Betreft: [klager] datum: 27 januari 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn, de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere of de gevangenis van de p.i. Leeuwarden afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 28 september 2004 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van unit 6 van de p.i. Vught, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is op eigen verzoek zes maanden geleden overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Vught. Klager hoopte met deze overplaatsing zijn plaatsing in een regime met regimaire vrijheden te bespoedigen. Klagers overplaatsing naar de gevangenis van de
p.i. Vught heeft echter niet geresulteerd in de gewenste positieve ontwikkeling. Klager blijkt niet in aanmerking te komen voor een regime met regimaire vrijheden, onder andere vanwege het ontbreken van een goedgekeurd verlofadres. Klager ondervindt
dat
het lastig is om zijn sociale contacten naar behoren te behouden in de gevangenis van de p.i. Vught. Klagers familie is voor een groot deel woonachtig in de regio Noord-Holland. Klagers moeder is al geruime tijd ziek. Gelet op de lange reistijd en de
slechte bereikbaarheid met het openbaar vervoer is het voor haar onmogelijk klager te bezoeken. Dit geldt eveneens voor klagers stiefmoeder. Zij is getroffen door een hartinfarct en is slecht ter been.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is minder dan zes maanden geleden op eigen verzoek overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Vught. Klager had kunnen weten dat deze overplaatsing een andere reisafstand voor zijn bezoek betekende. Klagers Terugdringen Recidive (TR)-traject
is
beëindigd omdat klager niet meer wilde deelnemen aan TR.
4. De beoordeling
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor overplaatsing. Klager is op 4 juni 2013, conform zijn verzoek, overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Vught. Hij had
kunnen voorzien dat, gezien de gezondheid van zijn moeder en stiefmoeder, de reisafstand problemen kon opleveren. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle
in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 27 januari 2014
secretaris voorzitter