Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3888/GA, 29 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3888/GA

betreft: [klager] datum: 29 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Breda,

gericht tegen een uitspraak van 20 november 2013 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 januari 2014, gehouden in de p.i. Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Breda, gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van drie maanden, wegens het (wederom) aantreffen van
aanstootgevend materiaal in de verblijfsruimte.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De afbeeldingen kwamen uit een blad dat niet in de inrichting verkrijgbaar is. De inrichting maakt onderscheid tussen ‘hard’ en‘soft’ porno. ‘Van ‘hard’ porno is sprake bij programma’s als te zien via de (pornozenders op) betaaltelevisie. Die vorm van
porno isin de inrichting niet toegestaan. In het onderhavige gevalging het om een aantal in plastic gelamineerde ‘hard’porno foto’s. Niet duidelijk is of de foto’sbij de invoer al gelamineerd waren dan wel of dit later in de inrichting plaats heeft
gevonden. Het betrof verschillende bladzijden vermoedelijk uit een tijdschrift. De foto’s zijn aangetroffen onder het matras van de medegedetineerde in klagers meerpersoonscel. De directeur is van mening dat beide gedetineerden hiervoor
verantwoordelijk
kunnen worden gehouden. Zij hebben immers geen duidelijkheid willen geven op de vraag naar de eigenaar van de aangetroffen afbeeldingen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, eerste lid, onder a jo. artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel, indien hij feiten begaat die onverenigbaar zijn met de orde of de
veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. Op grond van artikel 51, vijfde lid, van de Pbw dient de gedetineerde verantwoordelijk te kunnen worden gesteld voor de begane feiten. Uit de
inlichtingen
van de directeur, zoals onder meer het verslag van 5 augustus 2013, is nietaannemelijk dat klager op welke wijze dan ook verantwoordelijk kan worden gehoudenvoor de aanwezigheid van de foto’sin de meerpersoonscel. Niet aannemelijk isdat klager op de
hoogte wasvan de aanwezigheid van die foto’s, nu klagers stelling, dat deze werd aangetroffen onder matras van het bedvan de medegedetineerde, niet is weersproken en uit het verslag ook overigens geen omstandigheden blijken die wijzen in de richting
van
enig aan klager te maken verwijt. Gelet daarop ontbrak een afdoende grond voor strafoplegging. De uitspraak van de beklagcommissie zal daarom worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.M.L. Pattijn, MSM, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven