nummer: 13/2773/TA
betreft: [klager] datum: 15 januari 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.E.R. Geurts, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 25 juli 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 17 december 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden, en namens het hoofd van de inrichting [...], juridisch medewerker.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de (vermeende) schending van klagers recht tweemaal per week tien minuten te mogen telefoneren en
b. de weigering klager op 3 april 2013 op de door hem gewenste tijdstippen te laten telefoneren met (een van) zijn advocaten en de commissie van toezicht.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 3 april 2013 was klager afgezonderd. Toen hij vroeg met zijn advocaat te mogen bellen, is hem dat geweigerd en is hem gezegd dat hij pas om
17.30 uur mocht bellen. Hij wenst continu gelegenheid te hebben te bellen. In andere inrichtingen wordt wel toegestaan dat patiënten steeds tijdens kantoortijden bellen. Zijn advocaten staan toe dat klager op ieder moment, ook ’s avonds en in het
weekend, met hen telefoneert.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager mag dagelijks telefoneren. Als hij is afgezonderd, mag hij op ingeplande tijden telefoneren. Klager is geen telefonisch
contact geweigerd, maar voor telefoneren kan hij wel naar een ander tijdstip op de dag worden verwezen. Voor wat betreft 3 april 2013 zijn geen bijzonderheden genoteerd. Op 4 april 2013 is genoteerd dat klager tijdens het contactmoment heeft gebeld met
de commissie van toezicht en direct daarna telefonisch contact wilde met zijn advocaat. Hij is toen verwezen naar een volgend contactmoment in zijn afzonderingsprogramma en heeft die dag nog met zijn advocaat gebeld.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat het beklag vermeld onder a. en b. een (vermeende) schending van het recht te telefoneren betreft. Gelet op het bepaalde in artikel 56, eerste lid aanhef en onder e, Bvt kan klager in het beklag worden ontvangen. De
beroepscommissie zal derhalve de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag.
Artikel 38, eerste en vierde lid, Bvt bepaalt dat verpleegden het recht hebben tenminste eenmaal per week gedurende tien minuten te telefoneren op de in de huisregels voorgestelde tijden.
Artikel 11.9 onder 1 en bijlage 3 van de huisregels houden in dat verpleegden het recht hebben tenminste eenmaal per week gedurende tien minuten binnen de vastgestelde telefoontijden telefoongesprekken te voeren met gescreende personen en
geprivilegieerde personen en instanties.
Anders dan door klager is betoogd, volgt uit de Bvt noch uit de huisregels dat klager het recht toekomt tweemaal per week gedurende tien minuten te telefoneren.
Voorts staat genoegzaam vast dat klager dagelijks wordt toegestaan te telefoneren, in de voorkomende gevallen op een later tijdstip (dan het door hem gewenste tijdstip) op dezelfde dag. Klager is naar eigen zeggen op 3 april 2013 om 17.30 uur in de
gelegenheid gesteld te telefoneren en door hem is niet aangevoerd dat telefonisch contact met zijn advoca(a)t(en) en de commissie van toezicht op een eerder tijdstip noodzakelijk was.
De beroepscommissie zal het beklag vermeld onder a. en b. alsnog ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, ontvangt klager alsnog in het beklag en verklaart het beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 januari 2013
secretaris voorzitter