Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3512/GB, 14 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3512/GB

Betreft: [klager] datum: 14 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.A.G.M. Landerloo, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 16 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar te plaatsen in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Nieuwersluis ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is sedert 14 november 2012 gedetineerd. Zij verblijft in de gevangenis van de locatie Ter Peel.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster herkent zich niet in het over haar geschetste beeld en is van mening dat er op basis van een verkeerd beeld is geconcludeerd dat het klaagster ontbreekt aan arbeidsmotivatie. Klaagster heeft diverse opleidingen gevolgd en is zich aan het
voorbereiden op haar leven na detentie. De lesuren vallen echter soms samen met de arbeid waardoor klaagster niet altijd deel kan nemen aan de arbeid. Het is echter niet zo dat klaagster niet wil werken. Als klaagster deelneemt aan de arbeid zet zij
zich daar volledig voor in. Dit blijkt eveneens uit het feit dat klaagster een hoger dagloon krijgt dan normaal verstrekt wordt. Dit hogere loon wordt enkel uitgekeerd bij het goed functioneren tijdens de arbeid. Klaagster wenst niet geplaatst te
worden
in een b.b.i. maar in een gestapeld traject (plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) en aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.)).

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Plaatsing in een gestapeld traject kan enkel geschieden wanneer er een reclasseringsrapport aanwezig is waarin is aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan het p.p. De reclassering dient garant te staan voor de invulling van het p.p. Zolang er geen
reclasseringsrapport aanwezig is waarin is aangegeven op welke manier invulling wordt gegeven aan het dagprogramma en of er een garantiestelling aanwezig is, kan klaagster niet geplaatst worden in een gestapeld traject.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. In het derde lid van dit artikel wordt bepaald dat voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting of afdeling tevens in
aanmerking komen, gedetineerden ten aanzien van wie een door de selectiefunctionaris akkoord bevonden voorstel voor deelname aan een penitentiair programma aanwezig is. Het verblijf in de zeer beperkt beveiligde inrichting direct voorafgaande aan de
plaatsing in het penitentiair programma duurt maximaal zes maanden.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. In artikel 4 van de Pbw en hoofdstuk 3 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van der Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 14 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven