Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3559/GB, 2 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:02-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/3559/GB

Betreft: [klager] datum: 2 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 oktober 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 januari 2012 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen omdat klager nog geen intakegesprek heeft gehad bij een bedrijf. Dit is echter geen criterium voor deelname aan een p.p. Zowel in artikel 4, tweede lid, van de Pbw als artikel 7, derde lid, van de Penitentiaire maatregel
(Pm) wordt niet het vereiste gesteld van een intakegesprek dan wel een arbeidsovereenkomst. De deelnemer aan een p.p. moet in de noodzakelijke kosten van bestaan kunnen voorzien, maar inkomen uit arbeid is geen vereiste. Klagers detentiegedrag geeft
geen aanleiding om recidivegevaar aan te nemen. Klager gedraagt zich goed in de inrichting en functioneert goed op de afdeling. De reclassering ondersteunt klagers deelname aan een p.p. Klagers einddatum detentie nadert en het is van groot belang dat
klager zich tijdig kan voorbereiden op een terugkeer in de maatschappij.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Voor deelname aan een p.p. is het vereist dat de begeleiding van de deelnemer is gewaarborgd en dat het dagprogramma voor 26 uur per week is ingevuld. Aan
beide
vereisten is niet voldaan. Bovendien heeft klager in het verleden bewezen zich niet of nauwelijks aan de afspraken te kunnen houden en is hij tijdens een eerdere uitvoering van een p.p. gerecidiveerd.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Pm zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Voor deelname aan een p.p. is het, op grond van artikel 5 van de Pm, vereist dat het dagprogramma voor tenminste 26 uur per week wordt ingevuld met activiteiten. Klager heeft nog geen intakegesprek gehad bij een bedrijf. Evenmin is op een
andere
wijze concreet invulling gegeven aan het dagprogramma. Ondanks dat klager het strafbare feit ontkent, wordt, zo blijkt uit het reclasseringsrapport van 26 augustus 2013, zijn recidiverisico op basis van ervaringen uit het verleden hoog ingeschat. Gelet
op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 2 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven