nummer: 13/4178/STA
betreft: [klager] datum: 23 december 2013
De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in FPC De Pompestichting te Nijmegen, verder de inrichting te noemen.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 13 december 2013, inhoudende een
wijziging van het beleid waardoor bepaalde in een bijlage bij de bestreden beslissing opgesomde apparatuur waaronder (spel)computers met randapparatuur en apparaten voor opslag en dataoverdracht uiterlijk op 1 maart 2014 moeten zijn uitgevoerd.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek als klaagschrift zal worden aangemerkt alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van
20
december 2013.
1. De standpunten
Verzoeker heeft zijn verzoek als volgt toegelicht. De bestreden beslissing heeft ingrijpende en niet terug te draaien gevolgen voor verzoekers resocialisatietraject. Het heeft gevolgen voor alle patiënten in de inrichting.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren. Het beleid ten aanzien van het beschikbaar stellen van computers en andere mediadragers aan patiënten dient dienstbaar te zijn aan de behandeling van de verpleegde en
zijn
veilige en verantwoorde terugkeer naar de maatschappij. Complicerende factor bij het toestaan van computers, mediadragers en programmatuur is dat de controle op gemaakte afspraken ingewikkeld is en veel tijd en specifieke deskundigheid vergt. De
inrichting beraadt zich momenteel op een stringenter beleid ten aanzien van het gebruik van individuele computers, laptops en andere mediadragers vanwege enkele gebeurtenissen. De patiënten zijn hiervan op de hoogte gesteld door middel van brieven van
22 augustus en 1 oktober jl. Een eerste stap binnen dit nieuwe beleid is om patiënten die op de opname- en behandelafdelingen verblijven dergelijke eigendommen uit te laten voeren. Het betreft onder andere laptops, pc’s, usb-sticks en mobiele
telefoons.
Patiënten krijgen tot 1 maart 2014 de tijd om deze goederen uit te voeren. Hiervoor ontvangen zij een vergoeding van € 7,50. Door de inrichting wordt gewerkt aan alternatieven die dienen ter vervanging.
Het is niet helder op welke wijze het resocialisatietraject van verzoeker door de beslissing in het gedrang zou komen en wordt ook door verzoeker niet onderbouwd. Voor patiënten die op de resocialisatieafdelingen verblijven geldt namelijk een geheel
ander beleid. Op verzoek van de patiëntenraad is het besluit tot uitvoer van spelcomputers nogmaals overwogen. Besloten is de spelcomputers, X-box, game consoles e.d van de lijst te schrappen. Deze hoeven niet per 1 maart 2014 te zijn uitgevoerd.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de
orde is daarom slechts de vraag of de bestreden beslissing tot wijziging van het beleid rondom computers en andere mediadragers ten gevolge waarvan verzoeker verplicht is zijn computer voor 1 maart 2014 uit te voeren zodanig onredelijk is dat er een
spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van die beslissing van het hoofd van de inrichting. Naar het oordeel van de voorzitter is dat, mede gelet op de inlichtingen van het hoofd van de inrichting, het geval. Uit deze inlichtingen
blijkt immers dat het gewijzigde beleid per 1 maart 2014 in zal gaan, maar dat er nog geen eenduidig beleid rondom computers en andere mediadragers is vastgesteld. Onduidelijk is of de beleidswijziging moet worden gezien als een wijziging van de
huisregels zoals bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de Bvt, met andere woorden: worden de in de bijlage van de bestreden beslissing genoemde voorwerpen per 1 maart 2014 aangemerkt als verboden voorwerpen op bepaalde afdelingen. Of heeft de
wijziging
betrekking op de toestemming die onder de huidige huisregels kan worden verleend in het verplegings- en behandelingsplan dan wel door de zorgmanager. Door de inrichting wordt tevens nog gewerkt aan alternatieven die dienen ter vervanging. Pas als dit
gewijzigde beleid is vastgesteld en goedgekeurd, kan naar het oordeel van de voorzitter toetsing plaatsvinden van het gewijzigde beleid aan onder andere artikel 44, tweede lid van de Bvt. Het rechtszekerheids- en zorgvuldigheidsbeginsel verzetten zich
ertegen dat vooruitlopend hierop verzoeker wordt verplicht de in de bestreden beslissing genoemde voorwerpen uit te voeren. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van het hoofd van de inrichting.
Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 23 december 2013
secretaris voorzitter